15 Maart 2019

'Nu God dood is, kunnen we weer geloven'

Ga naar overzicht

Deel op:

En het geloof in het laatste woord van alles en allen omvattende liefde, onvoorwaardelijk en oneindig, niemand en niets uitsluitend.’

Dat priesters vaak vanaf het klein seminarie – dus vanaf het begin van hun puberteit opgeleid werden in een sfeer van ontkenning en onderdrukking van seksualiteit, met het uitsluiten van mogelijkheden tot experiment, heeft mijns inziens zeker bijgedragen tot de verschrikkelijke ontsporingen van het kindermisbruik in de rooms-katholieke kerk. Ik kreeg als veertienjarige een brief van de prefect van het klein seminarie mee, waarin stond, dat mijn ouders moesten voorkomen, dat ik gemengd ging zwemmen of naar het strand ging.

Deze mentaliteit werkt door tot en met de misdadige behandeling als slavinnen van ‘gevallen vrouwen’ en hun kinderen in vrouwenkloosters, waar de religieuzen deze mensen juist liefdevol hadden moeten opvangen, omdat de buitenwereld hen veroordeelde.

En eigenlijk is het erg vreemd, dat bisschoppen en kardinalen, die vanaf hun twaalfde jaar opgevoed zijn in deze celibataire ontkenning van hun persoonlijke seksualiteit, nu moeten optreden tegen en oordelen over seksuele misdadigers binnen de clerus, maar de duistere grond onder dit alles niet aan de orde kunnen, mogen of willen stellen.

Wat is de apofatische theologie dan een bevrijding! De zekerheid, dat je van God en van Gods bedoelingen niets weet, en dat hetgeen je wel van God meent te kunnen zeggen, veel meer over jou zegt, dan over God. ‘Nu God dood is, kunnen we weer geloven’, schreef een monnik.

Geloven in wat? In toenemend begrip voor mensen, in sterker wordend mededogen, in het besef, dat iedere mens zijn/haar eigen weg mag en moet gaan vanuit de situatie, waarmee hij ‘in het leven geworpen is’. Het recht om genuanceerdere en meer humaan geworden inzichten te mogen doorvoeren, ook al gaat het tegen vroegere morele zekerheden in.

En het geloof in het laatste woord van alles en allen omvattende liefde, onvoorwaardelijk en oneindig, niemand en niets uitsluitend.

Fragment van een patersblog, verschenen op www.hetsteiger.nl, van Leo de Jong o.p.