12 Februari 2019

Vijf dominicaanse pastoors-historici op de Antillen

Ga naar overzicht

Deel op:

n het Tijdschrift voor Nederlandse Kerkgeschiedenis belicht Jacques van der Lee, archivaris van de Nederlandse dominicanen en oud-missionaris, leven en werk van vijf broeders die op de Antillen pastoor én historicus waren.

door Felix Rutten OP

Jacques van der Lee OP

Bij dominicanen kruipt het bloed van de studie soms nog daar waar het nauwelijks gaan kan, bijvoorbeeld in de drukke pastorale praktijk van zielzorgers op de Antillen.

De namen van de missionarissen Euwens, Latour en Brada werden en passant al eens genoemd op deze site. Zij hebben zich onder andere beziggehouden met het onderzoek naar het leven en werken van de jezuïet Michael Schabel op Curaçao. Archivaris van de provincie Jacques van der Lee berichtte daar eerder over.

In het nieuwste nummer van het Tijdschrift voor Nederlandse Kerkgeschiedenis richt Jacques de spotlight op henzelf, alsmede op de twee andere Nederlandse dominicanen die zich tussen hun parochiewerk door aan historisch onderzoek over de Antillen en het publiceren daarvan hebben gewijd: Marcus Dahlhaus (1868-1924) en Hein Nooijen (1919-2017).

Jacques beschrijft kort het leven van de vijf en hun historische publicaties. Boeiend is daarnaast dat hij ook de manier typeert waarop elk van hen op zijn karakteristieke manier de geschiedenis van de Antillen beschouwt en beschrijft.

Want hoewel zij allen natuurlijk een degelijke intellectuele vorming hebben gehad in hun dominicaanse leerjaren, is geen van hen een academisch geschoolde historicus. Dat betekent dat we in hun stijl en keuze van een historisch onderwerp of periode, maar juist ook van het perspectief van waaruit dit benaderd wordt, deze medebroeders op een bijzondere en persoonlijke manier leren kennen.

Zo kan Dahlhaus in zijn studie van de eerste apostolisch vicaris van Curaçao Niewindt zijn bewondering voor deze verdediger van de rechten van slaven niet onderdrukken, hetgeen zijn biografie sterk naar het hagiografische laat overhellen. Menno Brada op zijn beurt was veel belezen en bereisd en zo bekend met archieven in Nederland, Spanje, Italië en Venezuela. Dit leidde tot een rijke stroom aan publicaties over de kerkgeschiedenis van de afzonderlijke eilanden. Het gebrek aan wetenschappelijke historische scholing leidt er echter toe dat er nauwelijks bron- en literatuurvermeldingen zijn, waardoor professionele historici moeilijk op zijn werk kunnen voortbouwen.

Geleidelijk aan is er echter volgens Jacques door de noeste arbeid van de dominicaanse pastoor-historici een bouwwerk ontstaan voor de geschiedenis van de katholieke kerk op de Nederlandse Antillen waar een nieuwe generatie geschiedschrijvers zijn voordeel mee kan doen. Met toestemming van de redactie van TNK kunt u het artikel van Jacques, waarvan Guus Bary de eindredactie deed, hier in zijn geheel lezen.

Lees hier het hele artikel: Lee, J. van der – Dominicaanse kerkhistoriografen TNK 12-2018

Bezoek de website van het Tijdschrift

Eerder verscheen: Nederlandse broeders op de Antillen

0103

Marcus Dahlhaus OP (1); Menno Brada OP (2); Hein Nooijen OP (3)