In memoriam

Ter herinnering aan Nico Wilbrink OP

n zorgcentrum Aqua Viva in Nijmegen overleed op 8 februari 2019 broeder Nico Wilbrink, op 91-jarige leeftijd. Bij zijn uitvaart op 15 februari werd dit In Memoriam voorgelezen.

Nicolaas Gerardus Theodorus Wilbrink werd op 19 juli 1927 te Utrecht geboren als zoon van Theodorus Franciscus Adrianus Wilbrink en Anna Maria Elisabeth Verheijde. Hij was de oudste zoon uit een gezin met vijf kinderen.

Na de lagere school bij de fraters te Utrecht doorlopen te hebben en de MULO-A te hebben afgesloten, trad hij in bij de trappisten van abdij Sion te Diepenveen, op 25 augustus 1944. Uiteindelijk verliet hij de trappisten in juni 1950, toen zijn tijdelijke professie afliep. Hij vond het contemplatieve leven toch te stil.

Daarna was hij een aantal jaren werkzaam op kantoor bij diverse bedrijven. Van november 1952 tot juli 1954 deed hij zijn militaire dienst. Ondertussen bleef het kloosterleven hem trekken.

Op 14 september 1954 ging hij als postulant wonen bij de dominicanen in het Albertinum. Daar werd hij ingekleed op 18 maart 1955 en deed hij zijn tijdelijke professie op 19 maart 1956.

In het Albertinum is Nico, die de kloosternaam Tharsicius meekreeg maar vaak ‘broeder Thars’ werd genoemd, altijd verbonden geweest met de centrale bibliotheek van de dominicanen, die daar was gevestigd. Nog voordat hij ingekleed werd, op 11 december 1954, schreef hij zijn eerste boek in de bibliotheek in met als stamboeknummer 41.442. Vele jaren later schreef hij het boek in met nummer 100.000! Hij zou in de bibliotheek werkzaam blijven tot aan de opheffing ervan in 1996, met een kleine onderbreking. Van mei 1960 tot april 1962 werd hij geassigneerd in het Dominicuscollege, waar hij werkzaam was als portier.

Albertinum-Nijmegen-klooster

In de bibliotheek hielp Nico met het catalogiseren en bestellen van nieuwe boeken, bewaakte de intekeningen op seriewerken, hield de binnenkomst van tijdschriften in de gaten, spoorde al te langdurig uitgeleende boeken weer op, desnoods door op huisbezoek te gaan bij deze in gebreke blijvende uitleners, zette de teruggekomen boeken weer op de juiste plek neer, hielp de financiële administratie bij te houden en de bibliotheek te kuisen.

Ondertussen typte hij vele manuscripten uit, vooral voor Edward Schillebeeckx. Vele jaren deed hij de administratie van ‘De Rozenkrans’, later ‘Tijdschrift voor Geloof Onderweg’, en van het Albertinumgenootschap. Ook was hij het contactadres voor het ‘Tijdschrift voor Geestelijk Leven’ in Nederland.

Nico had van zijn vader een verzameling bid- en gedachtenisprentjes overgenomen. Deze verzameling bouwde hij in de loop der jaren uit en catalogiseerde hij systematisch. Ook had hij interesse in devotionalia. Zijn kamer was rijkelijk voorzien van beelden, iconen en brandende kaarsen.

Nico was in communiteitsgesprekken niet echt spraakzaam, maar kon ineens geëmotioneerd of scherp of vasthoudend uit de hoek komen. Uit zijn opmerkingen sprak altijd de zorg uit voor het behoud van een broederlijk en kloosterlijk leven.

Na de opheffing van de communiteit van het Albertinum ging hij wonen in het Mariaconvent te Berg en Dal, samen met anderen die uit het Albertinum kwamen. Voor Nico was het belangrijk om in een kloosterlijke stijl te blijven wonen. Hij was immers een vrome ziel. De dinsdagen reserveerde hij om er met de trein op uit te gaan. Toen dat niet meer ging, kwam hij eigenlijk het terrein van het Mariaconvent niet meer af. Altijd hield hij in het klooster zijn habijt aan, maar vaak zonder capuce.

Voor Nico bleef het belangrijk om goede contacten te houden met zijn familie en hij bleef trouw aan zijn vrienden. Je kon hem altijd een bijzonder plezier doen met een snack, salade of taartje.

Toen Nico steeds wankeler op zijn benen ging staan, nam hij in april 2018 zijn intrek in Aqua Viva. Hij had moeite met deze overgang, want hij was liever in het klooster gebleven. Maar na enige tijd zag hij in dat terugkeer naar het Mariaconvent geen optie meer was.

Op de avond van 7 februari 2019 werd hij op zijn kamer gevonden met een heel zwak hart. Een aantal uren later stierf hij, op 8 februari. Voor hem was het leven goed geweest.

Moge hij thuis zijn bij de Heer, naar wie hij de laatste tijd zo verlangde.

De eucharistie bij zijn uitvaart hebben we gevierd in de St. Dominicuskerk te Nijmegen op vrijdag 15 februari 2019, waarna hij begraven is op het kerkhof van de dominicanen aan de Willem Schiffstraat.