hijs Caspers en Barbara de Lange reisden langere tijd in een busje door twintig Europese landen. Een reflectie op hun ervaringen in dominicaans perspectief. 'De vraag is: wat heeft ons gevonden?’
Een beetje gek is het wel, om het keurige Nederland weer binnen te rijden. Terwijl de regen zachtjes op de vooruit tikt, glijden we tussen andere auto’s ons land binnen alsof we maar even zijn weggeweest. Dat zijn we eigenlijk ook, al voelt dat anders.
Ons hoofd en hart zijn vol van ideeën, inspiratie en van de vele ontmoetingen met mensen onderweg (zie ook ons blog: thuisopdevierkantemeter.nl) Uiterlijk onveranderd dus, maar van binnen ‘immigranten’: reizigers met een blik van buiten – zoals een oom van mij het treffend verwoordde.
Voordat we vertrokken kregen we veelvuldig de opmerking: ‘Ik hoop dat jullie vinden wat je zoekt.’ Een beetje een rare vraag, eerlijk gezegd. Want als je al weet wat je zoekt, dan hoef je toch ook niet op reis?
Daarbij gingen we niet op weg vanuit onvrede, vanuit een gevoel te willen breken met het oude. Eerder opende zich de mogelijkheid om een spannende stap te zetten en werden we gedreven door avontuur en nieuwsgierigheid. Interessanter vind ik dan ook de vraag: ‘Wat heeft ons gevonden?’ Wat voor onverwachte inzichten zijn er geboren vanuit wat we beleefd hebben onderweg?
Thijs Caspers en Barbara de Lange met een boer die ze tegenkwamen in de heuvels van Transsylvanie, waar hij leeft met zeven grote honden. 'Elkaar verstaan konden we niet echt, maar samen een kop thee drinken wel.'
Het eerste wat in me opkomt zijn de veelkleurige ontmoetingen onderweg. We zijn voortdurend gevonden door mensen die onverwachts ons pad kruisten. Zij gaven smaak aan onze reis. De warmste momenten zaten vaak in kleine gebaren: het krijgen van een kop thee, een glaasje raki, het samen eten van een mandarijn, wat nootjes of een sinaasappel.
Natuurlijk maakten we tijdens deze momenten ook een praatje. Vaak in het Duits, Engels of Frans, op andere momenten met handen en voeten. En als dat niet lukte via een vertaalprogramma op onze mobiele telefoon. Heel handig in landen als Polen, Roemenië of Bulgarije.
Onze ontmoetingen maakten eigenlijk reisgidsen overbodig. Aan de mensen waarmee we in gesprek raakten vroegen we welke mooie plaatsen in hun eigen land ze zelf graag bezochten. Wat ze graag aten, waar ze dat deden en op welk tijdstip van de dag. Zo belandden we in sportkantines, kleine cafeetjes en huiskamers die we anders hoogstwaarschijnlijk nooit hadden gezien. Plaatsen gegrepen uit het alledaagse leven van mensen. Voor ons de mooiste plaatsen om te zijn.
Heel sterk voelden we het grote verschil tussen wat je wilt of wenst en wat je daadwerkelijk nodig hebt.
Gevonden zijn we dus door onverwachte ontmoetingen onderweg. Maar ook door een veranderd contact met het thuisfront. Met een behoorlijk aantal vrienden werd het contact bijvoorbeeld hechter. Dat klinkt misschien gek, maar weg gaan brengt juist scherp in beeld wie gevoelsmatig dichtbij je staan en hoe waardevol echt contact is. Ik voelde door de fysieke afstand heel sterk dat vriendschap geen vanzelfsprekendheid is maar een kostbaar en soms ook breekbaar geschenk dat je elkaar over en weer geeft.
Op meer praktisch vlak beseffen we ons sterker dan voorheen dat een eenvoudig leven een rijk leven is. Het is aangenaam om figuurlijk met een lichte rugzak door het leven te gaan. Het geeft een aangename mobiliteit, je bent wendbaar en kan gemakkelijker spontaan reageren. Heel sterk voelden we het grote verschil tussen wat je wilt of wenst en wat je daadwerkelijk nodig hebt.
Als je leeft met wat je nodig hebt en je wensen klein houdt dan is tevredenheid verrassend dichtbij. In ons camperbusje hadden we beiden een kleine bak met wat kleren. Allebei een mes en vork, een mok en een bord: het was genoeg om niets te missen. Als we het onderweg kunnen, kan dat in Nederland ook. Dat geeft een sterk gevoel.
Ontbijt. Wat heb je echt nodig?
Toen we weggingen schreef ik over itinerantie. Dat het hard werken was. Misschien klonk dit wat gek. Zoals een vriend van mij zei: ‘Wat jullie doen is ongekende luxe. Je trekt eropuit. Eenvoudig, dat wel, maar je bent door niemand gedwongen.’ Het is – zoals hij het treffend verwoordde – ‘zelf opgelegde primitiviteit.’
Daarmee had hij natuurlijk helemaal gelijk. Het wil echter niet zeggen dat zelfgekozen eenvoud niet onrustig kan zijn. Vaak waren op zoek naar zaken die ik in mijn Nederlandse leven voor lief neem: een toilet, een winkel, een veilige plaats om te slapen. De waarde ervan werd ons de afgelopen maanden heel duidelijk. Naast onze voorliefde voor het onderweg zijn (‘itinerantie’) zagen we dus ook de voordelen van het wonen op één plek. Het geeft regelmaat, ruimte en tijd. Naast ‘itinerantie’ dus ook wat ‘stabilitas loci’, om het met woorden uit de religieuze traditie te zeggen.
Op wat ons gevonden heeft willen we nu in Nederland nu voortborduren. Hoe? Door de gastvrijheid die ons zo vaak ten deel is gevallen een prominente plek te geven. We willen geven van wat we zelf hebben mogen ontvangen. Ook willen we de eenvoud en soberheid vasthouden. Maar waar? We hebben eerlijk gezegd nog geen idee. Ideeën en handreikingen van harte welkom dus!
Eerder verscheen:
Itinerant zijn is hard werken!
Taal als contactsleutel
Waarheid waar de ander niet in past
Het busje, in Albanië, wild kamperend met uitzicht op zee.