ij de inspiratiedag over geloof en intimiteit, op Valentijnsdag in het klooster van Zwolle, vertelde Jozef Essing OP over een dominicaan die 'iets ging aanvoelen van de traditie die, ondanks de ongemakkelijkheid in het kerkelijk spreken hierover, heeft vastgehouden aan de eenheid tussen erotiek en mystiek’.
Klik hier voor een verslag uit het Nederlands Dagblad en hier Liefde Lijf en Kerk, de reader, met teksten van Erik Borgman, Arjan Broers en Arnold Smeets.
door Jozef Essing (foto Rutger Heijmerikx)
Ik presenteer u enkele flitsen uit het leven van een dominicaan die ik goed ken.
Bij zijn inkleding hoorde hij woorden als: ‘Wees steeds gericht op God. Houd gepaste afstand tot mensen. Voor gevoelens van genegenheid en toenadering moet je hart van hout of steen zijn’.
Een eerste deuk in dit afweersysteem was een lezing van Anna Terruwe, de psycholoog van de zo geheten bevestigingsleer. ‘Als iemand je nooit heeft laten voélen “Je mag er zijn; Je bent een mens om lief te hebben”, hoe kun je dan een ander echt liefhebben? (dat is: meer dan zorg dragen en je zorgen maken over iemand, namelijk iets in die mens zien dat je raakt).
Een wijze medebroeder bevestigde dit op zijn eigen nuchtere manier: ‘Om eerlijk te zijn: Ik accepteer enkel de zorg en bijsturing van een confrater, als ik voel dat hij me stiekem toch mag’.
Een echte barst in de vestingmuur was de metamorfose van het gesloten klooster waar hij verbleef in een open ontmoetingsruimte waar broeders en zusters, mannen en vrouwen als gelijkwaardige partners gingen samenwerken.
Gevoelens van verliefdheid kwamen op. Tegelijk traden veel medebroeders uit. ‘Waarom blijf ik eigenlijk, vroeg hij zich af. Ben ik dom, ben ik naïef; of mis ik ondernemingszin?’
In die ruimte-groter-dan-ikzelf worden erotische gevoelens getransformeerd in ontroering en tederheid.
Hij ging in therapie.
De begeleider maakte het hem niet gemakkelijk. ‘Schrijf je dromen op en vertel ze mij de volgende keer, waar ze ook over gaan.’ Moet dat, dacht hij. Heb ik niet geleerd zinnelijke fantasieën van mij af te zetten? Maar de psycholoog liet hem geen keus.
Toen kwam de grote verrassing. ‘Wat een mooie droom!’ zei hij. ‘Ik hoor een mens van vlees en bloed, die niet onberoerd blijft, die geraakt kan worden’. Die woorden bewerkten wat de dominicaan van die dromen niet verwacht had: verwondering, verstilling, tranen zelfs. Iets dat je jarenlang als bedreigend hebt beleefd voor het contact met God, mag je zien als een kostbaar geschenk. Het opende een verrassende toegang tot de Gever van dit moois.
Een volgende stap was mediteren met het lichaam: attent zijn en waarnemen met heel je lijf, ontvangen als je inademt en je toevertrouwen wanneer je uitademt. Heel de mens doet mee. Het schiep een grote ruimte waarin ook erotische en seksuele gevoelens zich laten opnemen. In die ruimte-groter-dan-ikzelf worden ze getransformeerd in ontroering en tederheid.
Schepping van Eva, uit de kathedraal van Orvieto
Hij merkte dat, toen hij in een kerk te Orvieto de schepping van Eva zag uitgebeeld: de aandacht en de toewijding waarmee de Schepper haar boetseerde ging op hem over. Het dwingende van het begeren ging er af; het werd eerder tederheid en kijken in blijde schroom naar de pure en tegelijk zo kwetsbare mens die zich in lieve schoonheid toont.
Hij ging iets aanvoelen van de traditie die, ondanks de ongemakkelijkheid in het kerkelijk spreken hierover, heeft vastgehouden aan de eenheid tussen erotiek en mystiek.
Door dat alles is hij minder afstandelijk gaan spreken over liefde en verbond, tussen mensen en tussen mens en God. Het lijfelijke, het ‘rakelings nabije’ daarin is veel meer gaan meedoen in zijn verkondiging. Zo klonk er passie in zijn stem, toen hij vertelde over de ziekenzalving van een medebroeder die altijd met zijn handen had gewerkt: hoe hij die grote werkhanden open legde om ze te laten zalven.
Een gebaar van overgave dat diep ontroerde. Een vorm van intimiteit.
Jozef Essing o.p.
*
Deze tekst werd als column uitgesproken op de inspiratiedag ‘Liefde, lijf en kerk: een mislukte drie-eenheid’, op Valentijnsdag 2019 in het Dominicanenklooster van Zwolle.
Eerder verscheen: ‘Het mag in de kerk wat intiemer’
Verslag in het Nederlands Dagblad.
01 — 03
Poster bij de ingang van het klooster in Zwolle, de refter tijdens de lezing van Erik Borgman, vesper met de communiteit in het koor van de kerk.