22 December 2018

Stille Aanbidding: tussen nostalgie en herontdekking

Ga naar overzicht

Deel op:

e gebedsvorm van de stille aanbidding wordt door jonge mensen en buitenstaanders soms verrassend goed begrepen. Voor oudere katholieken is het juist vaak verbonden met 'moeten’. Een verkenning van dominicaan Richard Steenvoorde.

Deze beschouwing verscheen in het kwartaalblad van VPW Nederland, VPWinfo.nl, de beroepsvereniging van rooms-katholieke pastores. Het thema van het blad is ‘De stilte in’. De afbeelding hierboven is van Fra Angelico.

door Richard Steenvoorde o.p.

Een paar maanden geleden liep de voormalige scriba van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN), Arjan Plaisier, op een zondagmorgen de kerk uit was met het gevoel: wat was dat voor gebabbel? Hij liep het pleintje voor de kerk over en ging de rooms-katholieke kerk aan de overkant binnen waar nog een eucharistieviering aan de gang was. Op dat moment sprak de priester de woorden uit van de consecratie: ‘Dit is mijn lichaam, dat voor u gebroken is’. Het raakte Plaisier tot in zijn ziel. ‘Toen dacht ik, ik kan beter hier zijn dan daar in die protestantse kerk.’

Dit opmerkelijke verhaal stond op 31 oktober, Hervormingsdag, in het Nederlands Dagblad. Plaisier vertelde over zijn ervaring in een lezing waarin hij pleitte voor meer aanbidding, bidden en mediteren en meer aandacht voor het sacramentele leven in de kerk.

Plaisier staat niet alleen in zijn verlangen naar aanbidding, stilte en sacramentaliteit. Zijn vragen blijven ook niet beperkt tot de PKN. Ook in de rooms-katholieke kerk zien we een groeiende behoefte aan verstilling en sacramentaliteit. Vele mensen zoeken de stilte van kloosters op, en lokale gemeenschappen kijken hoe ze kloostergebruiken in hun eigen liturgie kunnen inbrengen. Op diverse plaatsen wordt door vrijwilligers geprobeerd om de kerk meer gewoon ‘open’ te doen zodat mensen er terecht kunnen om een kaarsje op te steken, of een tijdje in stilte verblijven.

Tegenwicht tegen een samenleving die zo snel verandert dat we het niet meer kunnen bijbenen.

Een van de vormen van gebed waarin de hang naar stilte en sacramentaliteit bij elkaar komen is de gebedsvorm van de aanbidding van het Allerheiligst Sacrament. Sinds een aantal jaar lijkt deze vorm onder jonge katholieken populair aan het worden. Een deel van die populariteit kan misschien verklaard worden door de deelname van jonge katholieken aan de Wereldjongerendagen, waar deze vorm vaak gebruikt wordt. Maar misschien is er meer aan de hand. Misschien voelen ook de jongeren, instinctief, aan dat deze vorm van gebed een soort tegenwicht biedt tegen een samenleving die zo snel verandert dat we het niet meer kunnen bijbenen.

De stille aanbidding lijkt ook een vorm van gebed te zijn die mensen die helemaal niet vertrouwd zijn met kerkelijke liturgie, weet te raken. Een bekend voorbeeld zijn de ‘Nightfever’-avonden die vanuit Duitsland naar Nederland zijn gekomen. Tijdens een ‘Nightfever’ vind er een uitstelling van het sacrament plaats in een centraal gelegen kerk in een stad.

Terwijl er in de door kaarslicht verlichte kerk zachte Taizé-muziek, vaak live-gezongen, klinkt, gaan jongeren met een bak kaarsen de straat op om mensen uit te nodigen om een kaarsje te komen opsteken in de kerk. De argeloze voorbijganger die hier op in gaat wordt bij de deur vriendelijk welkom geheten, en is daarna vrij om haar of zijn kaarsje op te steken bij het sacrament, te knielen, misschien even te blijven zitten, een gebedsintentie achter te laten of een gesprek met een priester te vragen. Sommigen lopen na een paar minuten weer weg, anderen blijven, overdonderd door de ervaring, soms meer dan een half uur, in stille reflectie – wie weet, gebed? – voor het sacrament zitten.

20180816_Utrecht_Wandeltocht_WEB48_©RamonMangold

Richard Steenvoorde (rechts) met medebroeder Jozef Essing in een viering tijdens de pelgrimstocht van augustus 2018.

Voor oudere generaties katholieken is het soms even slikken als zij met deze vroomheid geconfronteerd worden. Gevoelens van nostalgie strijden met gevoelens van angst en beklemming. Is dit nu juist niet bij uitstek het symbool van een kerk waarin je naar het Lof ‘moest’? En hadden we nu juist van zo’n dwingende, verplichtende, kerk afscheid genomen tijdens het Tweede Vaticaans Concilie?

Het blijkt in de praktijk, zo is mijn ervaring in de Orde der Predikers (Dominicanen), erg lastig om de kloof tussen de pijn uit het verleden en de herontdekking van de waarde van deze vorm van stil gebed te overbruggen. Ik twijfel niet aan de echtheid van de pijn en het verdriet van mijn medebroeders over een kerkverleden waarin vooral veel ‘moest’. Maar ik twijfel ook niet aan de oprechtheid waarmee nieuwe generaties de stille aanbidding ontdekken. Voor velen is het een manier van Godsontmoeting zoals ze die nog nergens anders ervaren hebben.

Maar waar gaat het dan om? Is het niet allemaal veel te abstract, een gebedsvorm die zo zwaar leunt op de transubstantieleer? En is die leer filosofisch eigenlijk wel zo duidelijk? Deze vragen hoor ik vaak, maar ze schieten aan de kern voorbij. Ook het goud, de knap versierde monstrans, het wierook, het zijn slechts steuntjes om ons te helpen herinneren dat God zo anders is als wij.

Aanbidding is een uitnodiging om te ontdekken dat God dichterbij is, en toch ongrijpbaar anders.

Hier ontmoeten we God, maar, in de woorden van Thomas van Aquino, onze zintuigen worden bedrogen. Terwijl onze ogen kijken, is het een uitdaging om ons hart te openen, intens te luisteren naar de stilte, in stilte te spreken, en vooral God het werk te laten doen. Aanbidding is een uitnodiging om te ontdekken dat God dichterbij is, en toch zo ongrijpbaar anders is. Het is alles, en oneindig veel meer dan dat. Wat er uiteindelijk plaats vindt in die ontmoeting blijft voor degene die het ondergaat niet te begrijpen. Wie het wel denkt te begrijpen, heeft, in de woorden van St. Augustinus, niets van God begrepen.

Misschien ligt de aantrekkingskracht van de stille aanbidding in de ervaring van nabije ongrijpbaarheid van God die mensen aanspreekt in de aanbidding. Of misschien de kans om wat langer stil staan bij die raadselachtige woorden van Jezus dat hij, onder de gedaante van brood en wijn, ons nabij is. Of misschien is het gewoon de kans om in stilte je te kunnen concentreren op een punt en zo de mallemolen van gedachten in je hoofd tot rust te laten komen.

Ik weet het niet zeker, maar de noodkreet van de voormalige scriba van de PKN duidt er volgens mij op dat het gaat om een breed gedeelde, en diepgevoelde, behoefte aan manieren van gebed met minder gebabbel en meer stilte. In de hoop dat juist daar nieuwe kansen ontstaan voor mensen voor een Godsontmoeting.

Richard Steenvoorde o.p. is lid van het convent van Petrus van Verona in Rotterdam.

fra-angelico-fresques-de-san-marco-la-nativite-1440-41

De aanbidding van het kerstkind, fresco van de dominicaanse kunstenaar Fra Angelico uit 1440 of 1441.