tudent-broeder Cornelis is naast student theologie ook volleerd islamoloog. Begin december verscheen zijn eerste boek, gebaseerd op zijn proefschrift als paperback. Dat mag een klein succes heten. We vroegen het hem zelf.
Cornelis van Lit o.p.
Wat is er gebeurd?
‘In het voorjaar van 2017 kwam mijn eerste boek uit bij Edinburgh University Press, The World of Image in Islamic Philosophy. Het is gebaseerd op mijn proefschrift en als zodanig voornamelijk bedoeld voor vakgenoten. Zo’n boek wordt in kleine oplage gedrukt voor een stevige prijs, dus het is altijd afwachten wat er verder mee gebeurt.
Nu heeft de uitgever besloten er een paperback versie bij te drukken die bijvoorbeeld bij bol.com €28 kost; dat is goed te doen voor velen, zelfs voor studenten.’
Mooie kaft…
‘Heb ik zelf ontworpen. Ik heb er in het Engels meer over uitgelegd, dat kun je hier lezen.’
En waar gaat het boek over?
‘Over middeleeuwse islamitische filosofie, maar verwacht geen makkelijk te volgen inleiding. Het gaat in op een specifieke episode uit die geschiedenis, namelijk een discussie over de ziel en hoe zij zintuiglijke waarneming kan hebben na de dood, als er geen lichaam meer is om daar in te voorzien. Het boek is toegankelijk voor wie al wat weet van de algemene geschiedenis van de islamitische filosofie.’
Er wordt ten onrechte beweerd dat de islamitische wereld zich in de late middeleeuwen tot anti-intellectueel, misschien wel irrationeel, heeft ontpopt.
‘De meeste aandacht is tot nu toe uitgegaan naar de geschiedenis tot aan de 12e eeuw, met als hoogtepunt Ibn Rushd (Averroes), die in Spanje werkte en in 1198 overleed. Meestal richten mensen dan hun aandacht op Europese denkers zoals de dominicanen Albertus de Grote en Thomas van Aquino. Maar wat gebeurde er tegelijkertijd in de islamitische wereld? Die mensen hebben niet stilgezeten, leerde ik toen ik ernaar ging kijken.’
Wat trof je aan dan?
‘Ik heb me gericht op een ingewikkelde discussie die is gestart door Suhrawardi (gestorven in 1191) en die door is gegaan, eeuw op eeuw, tot aan de 19e eeuw en in kleinere vorm tot op de dag van vandaag. Ik wilde de ontwikkeling blootleggen om aan te tonen hoe levendig de filosofie is gebleven in de islamitische wereld. En ook wilde ik ingaan op wat die mensen dan precies zeiden. Dat eerste punt is op zichzelf al belangrijk, omdat er nog wel eens wordt beweerd dat de islamitische wereld zich in de late middeleeuwen tot anti-intellectueel, misschien wel irrationeel, heeft ontpopt. Als Aristoteles de mens als “rationeel dier” definieert, dan kun je wel raden hoe gevaarlijk het is om een hele groep mensen als ‘irrationeel’ te bestempelen.’
Oké, geen stoffig boek dus, dit klinkt spannend!
‘Ja, nu verkoop ik het ook wel heel mooi. Die politieke dimensie speelt alleen op de achtergrond hè, daar kan ik nu op wijzen in een interview. Maar uiteindelijk kan ik er als wetenschapper alleen op wijzen dat jullie, de maatschappij, moeten beslissen wat ermee te doen. Om daar op te wijzen dien ik mij echter wel van hele gegronde bewijzen te voorzien. Mijn boek is dus maar een klein bouwsteentje: het doet één ding heel goed.’
Wat kunnen we nog meer verwachten?
‘Ik heb een Veni-subsidie gekregen van NWO (Nederlande organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek) om verder onderzoek te doen naar ongeveer hetzelfde tijdvak en ongeveer hetzelfde onderwerp, maar dan gericht op een compleet andere groep mensen.
Deze groep mensen, aangevoerd door Ibn Arabi, is zeker weten nóg invloedrijker geweest en de resultaten van dit onderzoek zullen dus meer zeggingskracht hebben. Echter, ik werk op het moment eerst hard om een ander boek de deur uit te krijgen, van een hele andere aard, namelijk, een handboek hoe we handschriftkunde op de computer kunnen bedrijven.’