19 Oktober 2018

Zuster Ineke, gevangenispastor

Ga naar overzicht

Deel op:

ekendominicanen hebben geen klooster. Ze leven als religieus 'in de wereld’. Wat betekent dat concreet? Aflevering 2: Ineke van de Par was econoom en werd gevangenispastor.

Dit artikel is geschreven door Bert van der Kruk voor De Verwondering.

Zo’n twintig jaar geleden was ik op een punt in mijn leven waarop er van alles kapotging. Eerst gescheiden, daarna ontslagen. Heel mijn leven stond op z’n kop. Toen besloot ik om naar Santiago de Compostela te lopen. Ik was helemaal geen loper en ook niet gelovig, maar ik had ergens gelezen dat je daardoor een nieuw leven kreeg. Daar was ik wel aan toe.

De tocht bracht me terug bij mijn spirituele wortels, het katholieke geloof waarin ik was opgevoed. Toen ik terugkwam, had ik geen idee wat ik moest. Zin om weer te gaan werken als commercieel econoom had ik niet. In een blaadje van het bisdom las ik de oproep: wie wil er pastor worden?

Nou, dat wilde ik wel. Dat ik daar eerst klassieke theologie voor moest leren, wist ik niet maar vond ik prima. Daarna werkte ik twee jaar in een parochie. Die werkplek bracht me echter niet wat ik zocht.

Ineke van de Par o.p.

Sinds elf jaar ben ik gevangenispastor. Vanaf het begin voel ik me in de gevangenis als een vis in het water. De mannen – er zitten hier alleen maar mannen – zijn zoekend, ze zitten in het nauw. Er is van alles met ze aan de hand. Niet zo gek want ze zijn opgesloten achter een dikke deur, buitengesloten van alles en iedereen.

Daardoor zie ik veel nood. Maar ik zie ook geloof dat vaak veel sterker is dan het mijne. Mensen zitten hier in de benauwenis. Zo noemt – geloof ik – psalm 25 dat. Dat gebeurt niet alleen in een gevangenis, maar ook in bijvoorbeeld een ziekenhuis of psychiatrische inrichting.

Het zijn extreme situaties waarin je als mens bent overgeleverd. Dan ga je het in andere dimensies zoeken. Als ik jou uit je veilige omgeving trek en midden in de woestijn zet, ga je ook smeken, bidden of een psalm lezen. Zo werkt dat, zo zijn wij mensen.

De mannen zoeken erkenning en die vinden ze in hun geloof. Het geloof dat ze kind van God zijn en dat God voor hen zorgt. Daardoor voelen ze zich getroost. Tegelijk tobben ze met schuld.

Achter de daad zit altijd een mens. En die echte mens moet je blijven zien.

Voordat ik met ze ga praten, weet ik meestal niet waarvoor ze zitten. Dat hoeft ook niet, vaak vertellen ze het uit zichzelf wel. Het gaat mij niet om die daad, maar om de vraag: wie is die man tegenover me? Het gaat mij om de ziel.

Ik heb geen oordeel over wat de mannen gedaan hebben. Ik wil dat ze zichzelf worden. Dat ze voor zichzelf iets ontdekken dat het waard maakt om voor te leven. Dat is altijd iets positiefs. Maar vaak zit de schuld in de weg.

Je bent niet bedoeld om schuldig te zijn, zeg ik vaak. Dan blijf je bitter. Als je voor jezelf kunt erkennen dat je schuldig bent, is dat al het halve werk. Je moet dingen oplossen, achter je laten. Op positieve wijze, dus niet door ze weg te stoppen, maar door ze onder ogen te zien. Met te veel schuld kun je niet leven, zeker niet met zware schuld.

norfolk-prison

Norfolk Prison, een gevangenis in de VS waar gevangenen lekendominicaan zijn. Ineke van de Par schreef er eerder een reisverslag over. Klik hieronder voor de link.

In dit werk draait het allemaal om liefde. Om positiviteit. Als ik het zonder liefde doe, komen die mannen nooit tot schuldverwerking. Ik zeg vaak: Jongens, God heeft jullie al lang en breed vergeven, maar je moet het wel toestaan in jezelf. Je moet ook jezelf kunnen vergeven. Dat betekent ook dat je je daden accepteert. Dan pas kun je verder.

Achter de daad zit altijd een mens. En die echte mens moet je blijven zien. De mens is meer dan zijn daad. Wat je ook gedaan hebt en wie je ook bent, je blijft wel een mens van God. Dat is de boodschap die ik mag vertellen. Daarom ben ik pastor.

*

Eerder verscheen:
Broeder Kees, patiënt

Meer weten over lekendominicanen?