ominicaan Gijs Goes, op 17 juni 2018 overleden, was als ziekenpastor in het AMC 'voor ontelbaar velen belangrijk, vaak op het zwaarste moment van hun leven’. Dat schrijft dominee Marianne van Gilst, lange tijd zijn collega. Een dankbare herinnering vanuit het AMC.
Gijs Goes omstreeks 2007
Gijs Goes o.p. werkte 13 jaar full-time als rk-pastor en na zijn pensionering nog vijf jaar minstens één dag per week in het AMC in Amsterdam. Bescheidenheid, hartelijkheid, bewogen met mensen… van die mooie eigenschappen in Gijs zijn velen in en buiten het AMC lang getuige geweest. We zijn er intens dankbaar voor.
Gijs was een pastor in hart en nieren, altijd uitnodigend naar mensen. In het AMC herkenbaar door die zichtbaar kenmerkende liefdevolle houding van één en al aandacht aan het bed van de zieken, stervenden en hun naasten, meestal langdurig in gesprek. Of in gesprek met de andere medewerkers in het ziekenhuis – in de wandelgangen, wachtend bij de lift of op hun werkkamer. En wie er maar als familie, kinderen, ouders, vrienden van de zieken, personeel etc bij hem op zijn kamer binnenliep kreeg een warm ontvangst.
Zijn kamer was een bijzondere plek in het ziekenhuis. Grenzend aan de gang naar het restaurant en de centrale liften stond zijn deur vaak op een kier. Eenieder die dat wenste kon binnenlopen, als het goed uitkwam kreeg je met dat uitnodigende wijdse gebaar een stoel aangeboden. ‘Hoe gaat het met je?’ was dan zijn eerste vraag, terwijl hij je aandachtig opnam.
Met zijn subtiele humor en een speels grapje kreeg hij je meestal meteen aan het praten. Juist in een groot academisch ziekenhuis kan het gebeuren dat het gewone menselijke en persoonlijke contact onder druk komen te staan.
'Er kon bij Gijs stilte ontstaan waarin de ander kon verwijlen bij het onzegbare en zo op verhaal kon komen'
Gijs kon als de beste luisteren naar wat anderen bewoog en beroerde, mensen zeer nabij zijn, openen. Er kon stilte ontstaan waarin de ander kon verwijlen bij het onzegbare en zo op verhaal kon komen. Te kunnen vertellen over pogingen een weg te vinden in het labyrint van emoties, relaties, stemmingen, gevoelens van twijfel, vragen over de ontwikkelingen in de kerk.
Vanuit een rustige, vertrouwde sfeer kon het mysterie van het leven aan bod komen: geboorte, ziekte, verlangen, geloof, pijn, verdriet, falen, rouw, liefde en last but not least hoop. Om samen bij die ondoorgrondelijke vragen stil te staan bij wat menswaardig leven, waardig sterven is. Samen te luisteren naar de Ander.
Als protestantse collega-pastor heb ik veertien jaar met heel veel plezier en intens met hem samengewerkt. We verstonden elkaars taal, we lachten veel. Ik kon altijd met mijn verhalen en vragen terecht. In dat contact was Gijs bereid zichzelf te laten zien, hoe hij met moeilijke situaties omging – vaak in tastend geloof. Het was het inspirerend om te merken met hoeveel respect en ruimte voor de protestantse traditie – en als priester in kritische trouw aan zijn kerk – we konden samenwerken en ons christelijk geloof te delen.
Elke oecumenische kerkdienst begon hij met: ‘We zoeken wat ons verbindt’ en die woorden bleven steeds herkenbaar. Als bewogen pastor balanceerde hij tussen het instituut kerk en profetie. Zoeken naar echtheid is een wezenskenmerk van de dominicanen en was ook in Gijs aanwezig. Een motto van dominicaans leven en denken is benedicere, zegenen: iemand iets goeds toezeggen. Positieve dingen bij elkaar omhoog halen: gedachten, verlangens, bedoelingen. Alle goeds dat in mensen leeft.
Hoeveel mensen is Gijs tijdens hun worsteling van het ziek-zijn, hun sterven niet nabij geweest? Met troostende woorden, zegenend, met de sacramenten. Het waren mensen van overal uit de wereld, van alle leeftijden, ook hele jonge kinderen, pasgeborenen dopend. Op de ‘gekste tijden’ was hij voor hen beschikbaar.
Gijs heeft zoveel kunnen geven, bewogen om mensen en met zijn liefde en wijsheid mensen kunnen troosten. ‘Word je daar soms niet moe van, Gijs?’ heb ik hem weleens gevraagd. ‘Natuurlijk, Marianne’, antwoordde hij dan, ‘maar ik doe het met liefde en krijg er zoveel voor terug. Vaak denk ik: wie bemoedigt wie? Als ik de moed en het geloof van velen zie’.
Het is mij zeer aan mijn hart gegaan dat Gijs zelf zo lang ziek en afhankelijk is geweest. Ik hoop en bid dat in die laatste vaak zware jaren goede vrienden en bekenden hem vaak en met die ‘Goes-intentie’ gevraagd hebben ‘Gijs, hoe gaat het met jou?’ en dat hij veel verbondenheid, liefde, goede zorg en troost ervaren heeft.
Lieve Gijs, we gedenken je met genegenheid en grote dankbaarheid. Ik ben ervan overtuigd dat ieder die met jou van doen gehad heeft je weldadige aandacht, liefde, wijsheid en humor niet zal vergeten!
Ds. Marianne van Gilst
PS. Voor dit IM maakte ik gebruik van citaten uit het Liber Amicorum van collegae, zieken, medewerkers van het AMC getiteld: ‘Voor Gijs Goes, pastor voor het leven’.
Eerder verscheen: Een dankbare herinnering aan Gijs Goes
ds Marianne van Gilst