e Duitse dominicaan Johannes van Keulen was een van de negentien martelaren van Gorcum, gedood in 1572. Onder hen waren verder elf franciscanen, vier diocesane priesters, een regulier kanunnik van St. Augustinus en twee norbertijnen. Hun feestdag is 9 juli.
De enige dominicaan van deze bijzondere groep martelaren, de Duitser Johannes van Keulen, kwam op eigen verzoek naar Nederland. Hij wilde katholieken helpen die gebukt gingen onder de dictatuur van de calvinisten.
Hij werd pastoor van Hoornaar. Op weg naar Gorcum voor een doop aldaar werd hij ingerekend en samen met andere geestelijken (17 priesters en 2 lekenbroeders) door de Geuzen ontvoerd naar Den Briel, dat zij op 1 april 1572 hadden ingenomen. Daar werden zij zwaar gefolterd en opgehangen omdat zij weigerden hun geloof in de Eucharistie en hun gehoorzaamheid aan de paus af te zweren.
Dit gebeurde in een turfschuur bij het Elisabeth-Klooster. Na hun dood werden hun lichamen verminkt. Hun stoffelijke resten werden vanaf 1615 overgebracht naar de Zuidelijke Nederlanden en na goedkeuring door de bisschop verdeeld over kerken en kloosters. Sinds 1870 is een deel daarvan in een grote schrijn in de Nikolaaskerk in Brussel te zien.
De martelaren van Gorcum zijn maar een paar van de duizenden die stierven in de godsdienstoorlogen van de 16e eeuw.
In 1675 werden alle negentien zaligverklaard en op 29 juni 1867 door paus Pius IX heiligverklaard. Rond de plaats waar zij ter dood werden gebracht is thans een bedevaartsoord met kerk, kruisgang en stenen kapel met buitenaltaar. Aan het water van de daar aanwezige voormalige kloosterbron worden verschillende wonderbare genezingen toegeschreven. Enkele gedeelten van hun stoffelijke resten worden bewaard in Brielle en Gorcum.
Zie www.martelarenvangorcum.nl
Baltasar Hendriks o.p. +