ind juni neemt de oude communiteit van Rotterdam afscheid van hun plek in het hart van de stad. Vijf dominicanen kijken terug naar hun tijd in 'deze stad Gods’ en zien welke uitdagingen er voor hun opvolgers liggen. Aflevering 3: Leo de Jong o.p.
Dominicanen Ben Vocking, Martin Vijverberg, Leo de Jong, Jan Vijverberg en Jan van Duijnhoven vormen de communiteit die eind juni wordt opgeheven, om plaats te maken voor een nieuwe communiteit in augustus. Wat hebben zij gedaan als predikers in het hart van Rotterdam? Hoe hebben zij de stad zien ontwikkelen? En wat wensen ze hun opvolgers toe?
Leo de Jong o.p. Foto Ramon Mangold
Natuurlijk denk ik hier aan het krachtige oerbeeld van Zadkine: ‘Stad zonder hart’ (zie onderaan dit artikel). Als kind heb ik de stad zo gekend: rondom een lege woestijn. ‘Rondom de puin’, zoals de Rotterdammers na het bombardement van 1940 zeiden. Maar voor mij is het een krachtige en veelzeggende icoon geworden van de stad Rotterdam, en van mijn eigen religieuze ontwikkeling erin.
Ik vierde mijn vijftigjarig priesterschap. Een trouwe medewerker hield een toespraakje op die typisch Rotterdamse manier: complimenten verpakken in spot. Hij zei:
Ben je vijftig jaar priester.
Deed je je stinkende best in allerlei kerkgebouwen.
Werden die kerken steeds maar leger.
En je hebt geen opvolgers in de stijl, waarin jij werkt.
Ik zou zeggen: ‘Slecht bedrijfsresultaat!’
En zo is het! Een oud-Rotterdammer, professor L.J. Rogier, merkte rond 1966 al op: ‘De kerken zijn nog steeds vol. En er zijn veel liturgische vernieuwingen. Maar toch heb ik de indruk dat het leven er uit is. Dat leven vind je nu op het voetbalveld’.
In Rotterdam heeft hij verschrikkelijk gelijk gekregen. Ik ben in verschillende grote Europese en Amerikaanse steden geweest, maar zo’n secularisatie als in Rotterdam vind je nauwelijks. Tenminste totdat de moslims en buitenlandse christenen hier kwamen. Zij vullen nu die religieuze leegte in op hun eigen manier, maar dat is een ander verhaal.
De stad Rotterdam werd voor mij soms ruime leegte, soms lege ruimte.
Als zo vele klassieke kloosters is ook het Steiger gebouwd ‘rondom de leegte’. Centrum is niet de kerk, of de ruimtes van de paters. Centrum is de lege en naar boven eindeloos open ruimte van de binnentuin. En dat symbool herhaalt zich nogmaals in de enorme lege muur achter altaar en preekstoel.
Alles wat wij preken, vieren, zeggen, verzwijgen, vindt plaats rond of voor de ruime leegte of de lege ruimte van het oningevulde; van het NIET-WETEN: van het ongrijpbare en onbegrijpelijke Mysterie, dat God is. Grandioos! Meister Eckhart o.p. zou er zijn vingers bij aflikken!
Zo werd mijn eigen ontwikkeling in de stad Rotterdam voor mij: soms de negatieve ervaring van Ruime Leegte; soms de positieve ervaring van Lege Ruimte. Dit klooster en de stad werden zo voor mij een icoon van mijn God. Ja, heus!
Maar wat ga je dan doen met dat besef? Ik ging die Ruime Leegte en Lege Ruimte in zijn spirituele betekenis bestuderen, bepreken, beschrijven en in cursussen vertellen. De oude Dominicaanse Rijnlandse mystiek bood daarvoor een zeer geschikte taal. En de Rotterdammers kwamen! Oh, natuurlijk niet in duizendtallen, maar toch in een zo’n groot aantal, dat ons ‘Leerhuis Spiritualiteit’ nu al 25 jaar onafgebroken mag werken.
Raam in de Steigerkerk. De kerk is een grote getuigenis van het bombardement van 1940. Foto Ramon Mangold.
Kan je gegronde mystiek kwijt aan gewone mensen? ‘Natuurlijk niet’, zeiden verschillende welwillende collega’s. Maar Rotterdammers en Rijnmonders bewezen ons het tegenovergestelde. Mystiek op straatniveau noemen wij dat.
Waar kwam die naam vandaan? Wij werden gevraagd om in Rotterdam-Zuid en in Vlaardingen cursussen te geven over spiritualiteit. De deelnemers waren de typische Rotterdammers/ Rijnmonders uit normale burgerwijken: de bakker, de slager en de vrouw van de melkboer, als u begrijpt wat ik bedoel. Zij kwamen, luisterden, deden mee en vroegen ons om extra series cursus-avonden, vier jaar lang. Zo kwam ik op de naam: ‘Mystiek-op-Zuid’.
Maar ja, dat snapt alleen een echte Rotterdammer. Dus werd het: ‘Mystiek op straatniveau’. En zo leerden Rotterdam en Rijnmond mij te spreken over mystiek: over de Lege Ruimte, over de ‘Cloud of unknowing’ die God is. En wederom meen ik Meister Eckhart o.p op de achtergrond te horen grinniken.
En wederom meen ik Meister Eckhart o.p op de achtergrond te horen grinniken.
De kerken in Rotterdam worden steeds leger. Parochies worden bijeen gevoegd in reusachtige klusters. Daarmee wordt de binding, die oudere parochianen nog hebben met hun kerkelijke gemeenschap, steeds vager. De liturgische veranderingen, die de taal probeerden te spreken van de tegenwoordige gelovigen, en het algemene oecumenische aanvoelen worden teruggedraaid en vervangen door de religieuze taal en gebruiken van 1930. Bekwame leken-voorgangers worden meer en meer van het altaar en de preekstoel geweerd. En dus stemt een groot aantal parochianen met hun voeten: zij verlaten de kerk.
In die leegte bleven en blijven wij spreken over die Ene, die niet te vangen is in de gouden kooi van een kerkelijke organisatie; die gevonden kan worden, waar mensen zijn. Zoals Meister Eckhart o.p. het in een preek zei: ‘Wie God denkt te vinden in een kerk, en niet in de keuken, in de schuur – of op de Hoogstraat – heeft het niet begrepen’.
Leo de Jong tijdens de viering van de Jan van Keulendag in 2016 in Brielle. Foto Ramon Mangold.
Wij blijven God ter sprake brengen in Haar geheimzinnige, grenzeloze, oneindig barmhartige en lieve benamingen. En waarachtig: rondom ons zijn er mensen, in wie de ‘Meester in hen zelf’ wakker geworden is en die nu spreken en werken, zoals ik dat probeerde te doen.
Het werk van ‘mystiek op straatniveau’ gaat door, ondanks mij, dank zij mij. Wie sprak ook alweer over de boer, die zaaide en ging slapen. Maar het zaad kwam uit eigen kracht op, aanvankelijk bijna onmerkbaar, maar toch, onstuitbaar. En alweer hoor ik Meister Eckhart o.p. grinniken.
Met God kan het raar lopen.
Hij werd rond 1327 kerkelijk veroordeeld en de orde probeerde hem daarom te vergeten. Zo heb ik in al mijn studiejaren theologie NOOIT een woord gehoord over de dominicaanse Rijnlandse mystiek. Toen – rond 1985 – ontbrandde de belangstelling voor die diepe wijsheid weer, maar eerst en nog steeds vooral buiten de officiële kerk en orde. En nu verschijnen er soms in een jaar twee boeken over Eckhart o.p., alleen al in het Nederlands/Vlaamse taalgebied.
Met God kan het raar lopen, want wie de Roeach: De Geest, die als een windvlaag is, probeert op te sluiten in een gesloten kamer, hoe klassiek, mooi en rijk die kamer ook is opgetuigd, houdt geen wind meer over, maar stilstaande en langzamerhand bedompt wordende lucht. In Rotterdam voelde ik soms de ruime, frisse wind, die van ver overzee kwam.
Adieu. Ik zal je missen.
Leo de Jong o.p.
*
Het afscheid van de broeders is op zondag 24 juni in de kerk van Het Steiger, in en na de vesperviering van 15.30 uur. Lees meer.
Eerder verscheen:
Deze stad Gods (1): Ben Vocking o.p.
Deze stad Gods (2): Jan Vijverberg o.p.
Lees ook: Kleine geschiedenis van het Steiger
Zadkine: de verwoeste stad. Foto Wikicommons