Kopstukken

Diana, Cecilia en Amata

e eerste tak van de dominicaanse familie was die van de monialen (slotzusters). Onder hen waren Diana van Andaló (1200-1236), Cecilia uit Rome (1200-1290) en Amata.

Zij waren de eerste bronnen over het leven van Dominicus. 8 juni is hun feestdag.

Diana was wel de sympathiekste en uitbundigste van de drie. Een preek van de zalige Reginaldus van Orleáns (1180-1220) deed haar besluiten zich geheel aan God te wijden. Ze deed haar gelofte van maagdelijkheid aan Dominicus en hielp Reginaldus bij de stichting van een klooster voor mannen en een ander klooster voor vrouwen. Haar familie was echter tegen haar geloofsweg, en ze moest huisarrest houden. Toen zij toch intrad bij de Augustinessen in Roxanna, werd zij door haar familie ontvoerd.

Eerste priorin

Onder grote tegenstand van haar familie, inclusief huiselijk geweld, trad zij toch in, in het monialenklooster van de H. Agnes. Dominicus was toen al overleden. Dit klooster van dominicaanse slotzusters was gesticht door de zalige Jordanus van Saksen, de eerste magister van de orde na Dominicus.

Diana kreeg hulp van Jordanus van Saksen, met wie ze een innige liefdesband ontwikkelde, die door brieven werd onderhouden. Er zijn zeker vijftig brieven bewaard gebleven van Jordanus aan Diana. Daarin zien we belangrijke elementen van de eerste jaren van de Orde en van de spiritualiteit van de dominicaanse familie, vooral met betrekking tot het leven onder elkaar als broeders en zusters.

Diana werd gezien als een ware moeder van haar zusters, ook al werd ze niet oud. Ze stierf op 10 juni 1236. Onder haar medezusters waren ook Cecilia en Amata.

Cecilia

Cecilia Cesarini was eerst het jongste lid van een benedictinessenklooster, Santa Maria in Tempulo, in Rome. Toen Dominicus in opdracht van de paus zusters uit diverse monialenkloosters bij elkaar bracht in San Sixto (1220), werd ook zij in die communiteit opgenomen.

Cecilia ontving het habijt van de orde uit handen van Dominicus zelf. Rond 1223 werd zij door paus Honorius III gezonden naar het door Diana gestichte klooster van Sint Agnes, waar zij later priorin werd. Daar leefde zij een voorbeeldig religieus leven en schreef een portret van Dominicus, waarin ze hem zowel uiterlijk als spiritueel portretteerde en ook de wonderen noteerde die aan hem werden toegeschreven.

Pas eeuwen later bleek haar beschrijving van het uiterlijk van Dominicus accuraat te zijn geweest. Cecilia stierf in 1290, waarschijnlijk op 4 augustus.

Amata

Over de zalige Amata is heel weinig bekend. Zij was bevriend met Dominicus, ontving van hem, net als Cecilia, het habijt van de Orde, en ijverde voor de hervorming van het religieuze leven. Na haar dood werd haar lichaam bijgezet in het graf van Diana en Cecilia, met wie zij in 1891 werd zalig verklaard.

door Baltasar Hendriks o.p.+