n de nieuwe editie van magazine Klooster! spreekt journalist Arjan Broers twee jezuïeten en twee dominicanen over generatieverschillen bij religieuzen. 'Als ik iets afwijs omdat het niet in mijn straatje past, wat stelt mijn geloof dan voor?’
Waar zie je in onze samenleving mensen van tussen de 20 en 90 samen leven en werken? Het gebeurt in sommige kloosters, maar makkelijk is dat niet.
Toch hebben de ervaringen van religieuzen iets te zeggen aan een samenleving waarin mensen weliswaar steeds ouder worden, maar waarin veel generaties in hun eigen bubbel leven.
Vanuit die achtergrond ging Arjan Broers in gesprek met twee jezuïeten en twee dominicanen. ‘Leden van eerbiedwaardige ordes, waarin studie en gelovig nadenken over het leven van vandaag in aanzien staan.’
Het artikel bevat een beschouwing en vier portretten van jezuïeten Gregory Brenninkmeijer en Jos Moons en dominicanen Jozef Essing en Stefan Mangnus. Hieronder staan enkele citaten. Lees hier het hele artikel.
Stefan Mangnus en Jozef Essing tijdens de fotosessie voor de glossy.
‘Toen ik overwoog om in te treden, had ik gesprekken met oudere dominicanen. Ik vroeg hen waarom ze na zoveel jaren toch nieuwe mensen zouden toelaten. Verschillenden zeiden: “Wij sluiten niet uit dat de Heilige Geest aan het werk is. Als dat zo is, willen wij dat niet blokkeren”.
Dat antwoord was cruciaal voor mij, omdat het blijk geeft van een gelovige houding om naar het leven te kijken. Geloof gaat niet alleen over traditie, al zou je dat soms denken, zoveel wordt er over gepraat. Het gaat ook over toekomst.’
‘De komst van de jongere mannen doet mijn oude botten goed. Niet dat het gemakkelijk is, soms omarmen zij opvattingen of gebruiken waarvan ik mij destijds ontdaan heb.
Maar wat voor mij toen een bevrijding was, heeft voor hen nu een andere betekenis. Dat betekent niet dat ik toen fout zat. Ik doe mijn eigen geschiedenis niet tekort als ik de jongere broeders hun eigen ontwikkeling gun. Zo heeft hun komst mijn perspectief op mijn eigen leven verbreed.’
Jos Moons en Gregory Brenninkmeijer tijdens hun 'shoot'.
‘Als je begint als priester in deze tijd, krijg je veel kritische vragen over de kerk. Dat brengt het risico met zich mee dat je vooral de kerk als organisatie gaat verdedigen.
De grote theoloog Karl Rahner zei eens dat het afgoderij is als je de kerk te belangrijk maakt. Uiteindelijk gaat het om contact met God, niet om de kerk zelf.
De oudere broeders hebben mij geleerd om ruimer te kijken, ik ben vrijer geworden.’
‘Onze generatie is van gedwongen hoogkerkelijk naar vrijwillig laagkerkelijk gegaan – en zeer velen hebben afgehaakt. De jongere generaties kennen die dwang niet en worden vrijwillig hoogkerkelijk.
Nog steeds schrik ik even als ik een priesterboordje zie. Maar ik weet dat het voor Jos iets anders betekent dan voor mij. Hij zet zich niet apart van mensen, maar laat zich kennen, maakt zich beschikbaar.
Ik sta er steeds weer versteld van hoezeer een ander anders is dan ikzelf. Vaak is dat moeilijk in de omgang, soms zelfs pijnlijk. Maar ouder wordend ervaar ik dat “anders zijn” niet meer zozeer als een opgave, maar meer als een verrijking.’
*
Foto’s: Arjan Broers