eze week bezochten magister van de Orde Bruno Cadoré en socius Alain Arnoud hun Nederlandse broeders. Op woensdagmiddag spraken ze ook met dominicaanse zusters en leken. Een verslag.
Met dank aan zr. Holkje van der Veer en Karin Bornhijm
Dat Nederland in vier jaar acht nieuwe broeders kreeg, is volgens Bruno Cadoré, de Franse magister van de Orde der Predikers, een geschenk van de Geest. Hij riep op hen te steunen en hun komst als een aanwijzing te zien: ‘Wat wil God de dominicaanse gemeenschap zeggen?’
Bruno Cadoré (rechts) en Alain Arnould, 18 oktober in Huissen.
De hoofdtaak van de magister-generaal, wiens negenjarige ambtstermijn in 2019 verstrijkt, is reizen over de wereld en broeders en zusters ontmoeten. Het geeft hem een breed inzicht in de missie van de Orde.
Br. Bruno: ‘Onze wereld wordt steeds meer getekend door onverschilligheid. Het is onze taak om daarmee bezig te zijn, via theologiestudie en het gesprek met mensen die God noch de traditie kennen.’
‘Wie van ons kan het aan? Wie spreekt met de wetenschappers van vandaag? De neurochirurgen in academische ziekenhuizen, de advocaten en bankiers op de Zuidas en de mensen van Sillicon Valley? Thomas van Aquino ging in zijn tijd in gesprek met denkers en opiniemakers. Wie, wat, waar en hoe kunnen we dat vandaag doen?’
Vervolgens zijn leden van de dominicaanse gemeenschap volgens de magister geroepen om op te komen voor mensen die onderdrukt worden en tegen onrecht als vervuiling.
Bruno ziet dat de viering van het achtste eeuwfeest veel goeds heeft gezaaid: bekendheid met de Orde en intern meer kennis van de traditie. Hij wees op de noodzaak de kerk als gemeenschap te vitaliseren en de kans die gelovige migranten daarbij bieden. ‘De kerk zichtbaar maken als een concrete gemeenschap van mensen. Ook voor ons, de orde ligt daar de uitdaging.’
Terugkijkend op zijn jaren als magister leerde br. Bruno de diversiteit van de Orde kennen en waarderen, maar merkte hij ook hoeveel tijd en energie er besteed wordt aan het functioneren van alle instellingen. Dat gaat soms ten koste van aandacht voor waar de Orde echt voor staat.
Gevraagd naar de Nederlandse ervaringen van hem en zijn medebestuurder Alain Arnould zei hij een mooie evolutie te zien van een provincie in opheffing – een sterfhuis – naar een nieuw elan. Hij moedigde ons aan om ons niet neer te leggen bij de secularisatie en als een broederlijke en zusterlijke gemeenschap samen op te trekken.