n de National Scottish Gallery in Edinburgh ontdekte lekendominicaan Dorry de Beijer een schilderij getiteld A Young Nun van de Britse schilders Gwen John (1876-1939). Een kunstwerk met een verhaal.
John, Gwen; A Young Nun; National Galleries of Scotland
Thuisgekomen brengt dit spoor me op Britse, Franse, Spaanse en Amerikaanse websites.
Gwen John en haar broer August John (1878-1961) volgen een schildersopleiding aan de Slade School of Fine Art in Londen, die – heel vooruitstrevend – ook vrouwen toeliet.
In 1904 gaat Gwen in Parijs wonen. Ze ontwikkelt haar eigen verstilde en tegelijk intense schilderstijl, vooral van vrouwen, katten en interieurs. Ze verdient geld als model en wordt zo de minnares van beeldhouwer Auguste Rodin (1840-1917). Ze gaat ook bij zijn atelier in de voorstad Meudon wonen. Hij was het die haar Gods little artist noemde.
Zelfportret van Gwen John.
Als na tien jaar de verhouding ten einde loopt, zoekt Gwen haar toevlucht tot het katholicisme. Ze wordt in 1913 gedoopt en krijgt catechisatie in het klooster te Meudon.
Dat klooster is, zo ontdek ik op internet, van de dominicanessen Zusters van Liefde van de Presentatie van de Allerheiligste Maagd van Tours. Het had daar een weeshuis en meisjesschool, een van de vele die deze zusters openden op het Franse platteland. De Franse predikheren wilden na de eerste stichting in 1696 in Sainville deze congregatie niet erkennen.
Zij vonden, net als de lokale bisschop van Chartres, een leven voor zusters buiten het klooster ongepast. Ook al was stichteres Marie Poussepin (1653-1744) al jaren een toegewijd tertiaris. Zelfs het feest van Dominicus mochten de zusters niet vieren. Dat kon pas twee eeuwen later, in 1897. De officiële verbinding met de Orde kwam in 1959.
Mere Poussepin at a table. National Museum of Wales.
De zusters in Meudon vragen Gwen in 1913 om een portret van hun Mère. En verkopen het alweer na 3 jaar! Vonden ze het niet mooi? Het bevindt zich nu in het National Museum in Cardiff. Gwen zelf blijft de zusters tekenen en schilderen. Eén van hen zag ik dus in Edinburgh. Anderen zijn te zien in de Tate Gallery in Londen.
Gwen John overlijdt in 1939 plotseling in de kustplaats Dieppe. Haar ster rijst pas goed na haar dood. Ze wordt nu gezien als de belangrijkste Britse schilderes van de 20e eeuw en behoort tot de Top 100 van Welsh Heroes.
door Dorry de Beijer o.p.
Haar graf verdwijnt in het slagveld van de Tweede Wereldoorlog en wordt pas begin 2014 gelokaliseerd door familie en een team van de Welshe tv. Sinds april 2015 hangt er een plaquette op de begraafplaats.
Ook de stoffelijke resten van Mère Marie Poussepin raken verloren, tijdens de Franse Revolutie, en worden in 1857 teruggevonden. Haar officiële erkenning komt in 1994, als zij door Johannes Paulus II zalig wordt verklaard. Haar congregatie is actief op vier continenten èn op het wereldwijde web: www.domipresen.com.
*
Ook sporen ontdekt? Mail de redactie!