01 Mei 2017

Ik was er niet bij. U was er niet bij

Ga naar overzicht

Deel op:

ij, tweelingen van Thomas.

door Ernst Marijnissen o.p.

Opnieuw spreekt Thomas stevige taal: ‘Als ik niet in zijn handen het litteken van de spijkers zie en niet mijn vinger kan leggen op de plek van de spijkers en mijn hand mag leggen op zijn zijde, zal ik het echt niet vertrouwen!’

Thomas wordt ook Didymus genoemd. Tweeling. Wat betekent dat nu weer?

Wie is deze Tomas eigenlijk? Hij is een van de twaalf, zegt Johannes nadrukkelijk. Hij is dus een echte leerling van Jezus. Hij is met hem opgetrokken, heeft van hem geleerd en behoort tot de getuigen van zijn lijden, sterven en dood.

En dan lijkt het ineens op te houden. Als Jezus voor de eerste keer aan de leerlingen verschijnt als de verrezen heer is Tomas daar niet bij. Om te begrijpen waarom Tomas er niet bij is moeten we ons eerst afvragen: waarom wordt Tomas ook tweeling genoemd?

Als hij een tweeling is: wie is dan de andere helft van die tweeling? Dat staat er niet bij, denk je. Maar wij vergissen ons. Johannes schrijft aldus: ‘Maar één van de twaalf, Thomas, die Tweeling genoemd wordt, was niet bij hen toen Jezus kwam’.

Hij was er niet bij. Wie is die andere helft van de tweeling? Wie was er niet bij? Wel: ik was er niet bij. U was er niet bij. Dat zijn alle leerlingen van Jezus Messias, die hem nooit in levende lijve hebben ontmoet. Thomas de tweeling vertegenwoordigt in het evangelie van Johannes alle leerlingen van latere tijden, die er niet bij waren!

*

Uit de preek van Ernst Marijnissen o.p. in de kloosterkapel Huissen op 23 april 2017. Lees hier de hele tekst