25 April 2017

Over islamkritiek en caritas als centrum

Ga naar overzicht

Deel op:

p class="p1">De Irakese bisschop Mirkis is zeer kritisch op de ontwikkelingen in de islam en tegelijk zet hij zich in zijn stad Kirkuk in voor de caritas. Dat roept om reflectie in dit zesde blog van Erik Borgman uit Irak. &De vraag is niet of kritiek mogelijk is. De vraag is welke kritiek geboden is.’

Dominicaan Yusuf Thomas Mirkis, bisschop van Kirkuk, heeft de Utrechtse groep die in zijn huis logeert wel iets gegeven om op te kauwen met zijn visie op de islam en de problemen waarin deze religieuze traditie volgens hem verkeert. Theoloog en lekendominicaan Erik Borgman, een van de bezoekers, reflecteert er in deze blog nader over.

door Erik Borgman o.p.

Even bekroop mij tijdens het gesprek dat we vrijdagavond met bisschop Mirkis hadden het gevoel dat hier een nieuwe versie van het christelijk superioriteitsgevoel wordt geformuleerd. Een beetje zoals in de veelgeprezen film Des hommes et des dieux (2010) waarin de Algerijnse moslims alleen in beeld komen als schurken of passieve slachtoffers, en alleen de cisterciënzer monniken verschijnen als denkende, verantwoordelijkheid nemende en zichzelf uiteindelijk welbewust opofferende mensen waarmee je je als kijker kunt identificeren.

Maar mij werd al tijdens het gesprek duidelijk dat Mirkis op iets anders uit was. Het gaat hem niet om christenen tegenover moslims, om de vraag of de ene traditie beter zou zijn dan de andere. Als het zo uitkomt verwijt hij op tamelijk heftige toon ook zijn geloofsgenoten kortzichtigheid en een gebrek aan oog voor andere perspectieven dan hun eigen.

De neiging om niet de wereld te zien zoals zij verschijnt en de anderen zoals zij zich manifesteren, maar de eigen visie op de werkelijkheid te laten bepalen wat wordt waargenomen en gedacht, steekt steeds weer en overal de kop op.

Yusuf Thomas Mirkis o.p.

Zijn vraag is wat technisch heet een meta-vraag: is op deze dreigende geslotenheid van de traditie kritiek mogelijk door de eigen traditie? De mogelijkheden daartoe zijn de afgelopen anderhalve eeuw binnen de islam niet toe-, maar veeleer afgenomen. Er was een op de rede gebaseerde islamitische filosofie en er bestond een verlichte islam, maar geen traditie kan leven van haar glorieuze verleden.

Waar zijn ze nu werkzaam? Dat is de vraag. Er zijn kritische moslimintellectuelen, maar worden die gehoord? Dit lijken mij uiterst relevante vragen. Zoals de vraag relevant is waar het zelfkritische christendom vandaag de dag te vinden is.

Mirkis noemt in het gesprek twee voorbeelden die voor hem belangrijk zijn. Zij zijn verrassend. Aan het einde van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw was voor hem Charles de Foucauld (1858-1916) een grote vernieuwer.

Charles de Foucauld

Deze Fransman was geen diepe theologische denker, maar ging naar het Midden-Oosten en ontdekte daar mede dankzij de islam de caritas als de kern van het christendom: Gods onuitputtelijke en welwillende liefde waarin gelovigen zich mogen verliezen en waaraan zij zich mogen overgeven. De Foucauld deed geen poging moslims tot christenen te maken, hij probeerde slechts Gods liefde die hij dankzij hen in het christendom herontdekt had, voluit te leven.

Charles de Foucauld hoopte dat er tijdens zijn leven een gemeenschap zou ontstaan met hetzelfde ideaal als hij. Hij schreef er zelfs meerdere regels voor. Toen De Foucauld in de woestijn vermoord werd aangetroffen, was hij nog altijd een eenzame kluizenaar. Pas vanaf 1933 kwamen er mensen die in zijn spoor een religieus leven gingen leiden. Kleine zusters en kleine broeders noemden zij zich. Geen andere ambitie dan namens God en met God aanwezig zijn waar mensen en God verborgen leven.

Moeder Teresa

De grote vernieuwster van het christendom aan het einde van de twintigste eeuw is voor Mirkis Moeder Teresa (Agnes Gonxha Bojaxhiu (1910-1997). Ook zij deed geen moeite de hindoes onder wie zij leefde met de Missionarissen van Naastenliefde, de zustercongregatie die zij in 1950 stichtte, te bekeren. Ze richtte zich er simpelweg op in haar leven Gods barmhartigheid en liefde gestalte te geven. Los van de vraag of anderen dat nu zinvol vonden of niet.

De gemeenschappelijke factor tussen Charles de Foucauld en moeder Teresa is dat beide het christendom opnieuw vorm gaven buiten Europa, buiten de context die diep door het christendom getekend is. Het christendom moet klaarblijkelijk opnieuw leren wat het is en dat kan bij uitstek gebeuren waar het geen macht heeft en niet kan bogen op een indrukwekkende verleden.

En daar zal het dan, daarvan lijkt Mirkis overtuigd, de caritas ontdekken, de liefde die de ander hoger acht dan zichzelf. En dus geeft om niet omdat er ook om niet ontvangen is, naar het woord van Jezus in het evangelie. Caritas kan alleen zichzelf blijven als het zichzelf weggeeft.

Hier valt weinig christelijke trots aan te ontlenen. Er valt ook niet gemakkelijk een zekere neerbuigendheid tegenover moslims op de baseren. De caritas is per definitie geen bezit, maar – neen, niet een ideaal, maar – een mogelijkheid die in fragmenten en ten dele wordt gerealiseerd, maar dan en daar dan ook echt. Dat laat zich niet afdwingen, daar valt alleen ruimte voor te maken.

De vriendschap die de jonge vluchtelingen ervaren wanneer zij dankzij de inspanningen van Mirkis en de zijnen in Kirkuk kunnen studeren en wonen, verliest niet zijn betekenis wanneer het toch geen bijdrage blijkt te zijn aan een betere toekomst voor Irak.

Mirkis (rechts) bij een zending hulpgoederen voor de vluchtelingen, februari 2017.

Deze vriendschap is in zichzelf goed, een onpeilbare gave Gods die nooit af te dwingen of te organiseren valt, maar waarin het leven verschijnt zoals het is bedoeld. Of het nu moslims of christenen, yezidi’s, soennieten of sjiieten verenigt, of ongelovigen van enkele van de vele soorten en maten waarin ze bestaan, er wordt gestalte gegeven aan wat binnen het christendom niet zonder reden het lichaam van Christus wordt genoemd.

De vraag voor ons in West-Europa is uiteindelijk dezelfde als die Mirkis zich hier in Kirkuk steeds weer moet stellen: hoe dragen wij eraan bij dat het lichaam van Christus vorm aanneemt waar wij zijn, met degenen met wie wij zijn zoals zij zijn. Met Gods hulp en in Gods ruimte.

Van hieruit zal veel uit zowel de christelijke als de islamitische traditie onder kritiek blijken te komen. Daar komt Mirkis kritiek uit voort.

De vraag is niet of kritiek mogelijk is. De vraag is welke kritiek geboden is.

*

Het eerste blog uit Noord-Irak: De grote betekenis van de kleine kerk in Kirkuk

Het tweede: Het belangrijke gesprek van christenen met moslims

Het derde: Bouwen is vertrouwen – ook in Irak

Het vierde: Een levende gelovige gemeenschap

Het vijfde: Samenleving scheppen door netwerken