aaraan merk je nou dat iets afgoderij is?
Arjan Broers is publicist en redacteur van deze site
Ik zou zeggen: als het verslavend is en offers vraagt, steeds meer, en zonder dat het helpt. Aan ‘Nederlandse identiteit’ wordt heel wat opgeofferd, bijvoorbeeld het gevoel van de Nederlandse kinderen en kleinkinderen van migranten: dat ze hier thuis zijn en mee kunnen doen.
Aan de afgod veiligheid worden duizenden vluchtelingen opgeofferd, die vastzitten in Griekse kampen of verzuipen in de Middellandse Zee. Aan de afgod van economische groei offeren we de planeet op – om maar wat te noemen.
En ook in het klein maken we steeds afgoden – ik in ieder geval wel. Meestal ben ik zelf mijn afgod: mijn zelfbeeld waar niet aan getornd mag worden, mijn behoeften die centraal staan. Maar ik ken ook de neiging om alles op te offeren aan mijn werk, of alles in dienst te stellen van de verhoopte tevredenheid van geliefden.
Een afgod is dat waar alles om draait en wat steeds meer nodig heeft. Een afgod is dat wat niet gerelativeerd kan worden. Dat wil zeggen: in relatie gebracht met al het andere. Een afgod is wat er mooi uitziet, maar als je ermee doorgaat brengt het geen leven voort, alleen schaduw en dood.
Nou kunnen we daar moralistisch over doen. Maar… dat is zonde. Het is gewoon wat we steeds doen: we missen het punt – en we moeten ons er weer opnieuw op richten. En dat is niet raar, want alles is voortdurend in beweging en in verandering – en dus moeten we ons steeds opnieuw verhouden tot en verbinden met wat het punt is.
En dat wat het punt is, waar het echt om draait – daar zit een gemenigheid in van wat we God noemen. Dat punt is namelijk leegte. Of: ruimte.
*
Uit de overweging van Arjan Broers in de Dominicuskerk in Amsterdam op 19 maart 2017. Klik hier voor de hele tekst