26 Januari 2017

Jubileumcongres Rome: 'Een beetje als Pinksteren'

Ga naar overzicht

Deel op:

tefan Mangnus o.p. was een van de Nederlandse deelnemers aan het jubileumcongres over de missie van de Orde in Rome. Vooral de verhalen van zusters en broeders die leven en werken in situaties van gevaar en angst maakten indruk. Een verslag.

door Stefan Mangnus o.p.

Van 17 tot en met 21 januari 2017 mocht ik deelnemen aan het congres ter afsluiting van het jubileumjaar van de orde in Rome. Er waren 600 deelnemers, zusters, broeders en lekendominicanen van over heel de wereld.

Vijf dagen waren we bij elkaar om na te denken over de zending van de orde, over God die ons zendt om het evangelie te verkondigen en over de mensen tot wie we gezonden worden.

Naast de inhoudelijke sessies was er kunst in allerlei vormen, een bezoek aan de synagoge van Rome en vooral veel ruimte om elkaar te ontmoeten. Een eucharistieviering waarin paus Franciscus voorging, sloot het feestelijke congres en daarmee het jubileumjaar af.

Het congres vond plaats in het Angelicum, de dominicaanse universiteit in Rome

Voor mij was het mijn eerste zo internationale bijeenkomst van dominicanen, en ik heb er van genoten om te zien hoe broeders en zusters over heel de wereld hun dominicaans charisma invulling geven.

Zo mensen van overal bij elkaar zien deed me op sommige momenten een beetje aan Pinksteren denken: mensen van alle talen die elkaar verstaan. En op andere momenten kon er hartelijk gelachen worden om de Babylonische spraakverwarring die dat soms ook oplevert.

Congreshal

Het meest blijven mij de verhalen bij van broeders en zusters die in moeilijke omstandigheden leven.

Zr. Luma Khuder O.P. uit Irak hield een inleiding over de situatie van de vluchtelingen in Koerdistan. Er worden plannen gemaakt voor terugkeer, zei ze: 'We hebben besloten eerst de huizen van de mensen terug op te bouwen, en pas daarna de kerk.’

Zo was er ook een inleiding van zr. Faustina Jimoh O.P. uit Nigeria, die in de streek woont waar Boko Haram actief is.

zr. Luma Khuder o.p. uit Irak

Op een ochtend zat ik te ontbijten met twee medebroeders. Een van hen, uit Pakistan, vertelde dat er een paar wijken van waar hij woont recent een aanslag was geweest waarbij twintig mensen zijn omgekomen.

Het was hem opgevallen hoe apathisch mensen in zijn wijk hadden gereageerd, te verdoofd van al het geweld om het binnen te kunnen laten komen. Hij zei: 'De vraag die mij bezighoudt is: hoe kan ik deze omstandigheden het goede nieuws van Gods Koninkrijk verkondigen?’

Onze andere tafelgenoot herkende de vraag: hij was afkomstig uit Mexico, en ziet dagelijks hoe mensen stomgeslagen zijn door het geweld van de drugsbendes.

Ik zat erbij en probeerde me in te leven in hun situaties, maar ik weet niet of dat echt kan als je het nooit ervaren hebt. Het deed me realiseren dat het geluk dat we in het Westen hebben om in vrijheid te kunnen geloven, ons in wereldwijde context ook geïsoleerd maakt: op zo veel plaatsen geloven onze zusters en broeders in omstandigheden van geweld en onderdrukking.

Slot van een dansvoorstelling, waarin Dominicus werd binnen gedragen.

In zo’n gesprek met broeders uit Pakistan en Mexico die dat bij elkaar herkennen, past mij als westerling die die ervaring niet kent dan toch vooral een eerbiedig zwijgen.

Thomas van Aquino schrijft in de Summa dat als je wilt begrijpen wat 'moed’ is, je niet in eerste instantie moet denken aan een soldaat die in de aanval gaat, maar aan iemand die het uithoudt in een situatie van gevaar en angst.

Terugkijkend is dat misschien wel wat me het meest bijblijft van dit congres: het verlangen om God te danken voor een dominicaanse familie met zo veel moedige broeders en zusters. Dat heb ik bij thuiskomst dan ook maar gedaan.

Stefan Mangnus o.p.

Zie ook:
Paus: 'Verdwaal niet in nieuwsgierigheid’
'Ketterij vandaag: God gebruiken als machtsmiddel’