n haar woonplaats Arnhem overleed op 1 oktober 2016 Nolda Brugmans-Singendonk, lekendominicaan. Zij was al langere tijd ziek. Een in memoriam.
‘Ik ben maar een gewoon mens’, zei ze graag over zichzelf. Maar juist in dat gewone, in haar hartelijke belangstelling voor ieder die ze tegenkwam, in haar meeleven met anderen, in haar humor en opgewektheid straalde lekendominicaan Nolda Brugmans-Singendonk een grote kracht uit.
De Dominicaanse Lekengemeenschap Nederland (DLN) neemt met verdriet, maar ook met grote dankbaarheid afscheid van een bijzondere medezuster. Nolda overleed zaterdag 1 oktober in haar woonplaats Arnhem. ‘Ik voel de afdruk van de eeuwigheid’, zei ze. ‘Ik ga van de aarde naar de eeuwigheid’, waren haar laatste woorden.
Arnolda Grada Aleida Brugmans werd op 28 juni 1938 geboren in Arnhem, als tweede in een gezin dat uiteindelijk acht kinderen zou tellen. Haar familie zou altijd een grote plaats in haar hart houden. Tot het laatst bleef zij intensief contact met hen onderhouden.
Eenmaal opgeleid tot verpleegkundige trok ze de wijde wereld in. Ze werkte geruime tijd in klinieken en ziekenhuizen in Londen, op New Foundland (Canada), in Nieuw-Zeeland en Australië. Teruggekeerd in haar geboorteplaats specialiseerde ze zich als verpleegkundige in oncologie en aids en vervulde ze in het St. Elisabeth Gasthuis leidinggevende functies.
In 1978 ontmoette zij en Mies Singendonk elkaar. Ze waren 37 jaar in lief en leed verbonden. In 2014 trouwden zij met elkaar. In een feestelijke viering in de kapel van het Huissense dominicanenklooster vierden zij Gods zegen over hun verbond.
Nolda en Mies maakten op dat moment al vele jaren deel uit van de Huissense kapelgemeenschap en waren ook verbonden geraakt met de dominicaanse communiteit aldaar. Nolda trad op als gastvrouw voor bezoekers van het klooster en was bestuurslid van de voormalige stichting Vrienden van de Dominicaanse Gemeenschap Huissen.
Dat werk deed ze heel graag. Ze was immers een echte verbinder. Zij was heel haar leven een bindende figuur tussen mensen en tussen groepen. Vaak nam zij het initiatief om weer bij elkaar te komen, voor vergaderingen, bespreekpunten, soms ook wel om de boel weer glad te strijken. En voor gezelligheid met altijd een goed gesprek. Het ging bij haar altijd ergens over.
In 2005 legden Nolda en Mies hun professie af als lekendominicaan. Nolda lichtte haar verbintenis toe met de zin: ‘In het intermenselijke is het heilige te vinden.’
Om theologisch meer beslagen ten ijs te kunnen komen volgde zij na haar professie een toerustingscursus. Ook verdiepte zij zich met regelmaat samen haar medezuster Corrie Plaisier in de Bijbel, tot wederzijds genoegen.
Haar rol als ‘verbinder’ maakte ze ook waar als bestuurslid van de DLN en als lid van de commissie Voortgezette Initiële Vorming. Het huis van Nolda en Mies in Arnhem werd een welkome ontmoetingsplaats voor leden en werkgroepen van de DLN.
Nolda was op het moment van overlijden al geruime tijd ziek. Ze was zich bewust van de ernst van haar ziekte, maar bleef niettemin op bewonderenswaardige wijze uitzien naar de toekomst. Moge die toekomst nu rijkelijk haar deel zijn! En moge de herinnering aan haar, aan wie zij was, aan wat zij voor zovelen betekend heeft, tot troost zijn voor Mies, voor haar familie en dierbaren. Haar gedachtenis zij tot zegen.