11 Juli 2016

'Eén zijn met mensen. Echte communicatie'

Ga naar overzicht

Deel op:

ijbe Fransen (1938), geboren en getogen Fries, verlangde er al vroeg naar om priester te zijn en vond zijn bestemming als dominicaan op Aruba. Nu woont hij in het Dominicanenklooster in Zwolle. Ben Vocking en Wil Vermeulen interviewden hem voor het papieren Bulletin van de provincie.  

Wijbe Fransen o.p.

‘Ik ben afkomstig uit Leeuwarden en onze parochiekerk was een Sint Dominicuskerk, waar toentertijd een groep dominicanen woonde. Mijn ouders waren misschien wel de eersten die in die nieuwe kerk van 1937 zijn getrouwd. En negen maanden later kwam ik ter wereld, op 3 september 1938. Bij die Dominicuskerk ben ik geboren en getogen: misdienaar geweest, eerste communie gedaan, plechtige communie, ik ben daar koster geweest, en ik heb daar mijn eerste mis gedaan in 1964.’

Hoe kwam je erbij om dominicaan te worden?

‘Op het eind van de oorlog kwamen nogal wat mensen vanuit Limburg naar het noorden. Een zekere Pater Lansen, dominicaan, was toen te gast bij mijn grootmoeder in Leeuwarden en kwam vaak bij ons als een soort huisvriend. In mei 1945 heb ik mijn eerste communie gedaan, waarbij hij een eenvoudig gebedenboekje had gemaakt met plaatjes en tekstjes.’

‘In 1948 ging hij naar de missie van Zuid-Afrika. Ik was tien jaar en vroeg: “Kennen die mensen Jezus dan niet?” Hij zei: “Een aantal mensen wel, maar ik wil meer over Hem vertellen”. Toen dacht ik: Goh, ik wil ook wel missionaris worden in Afrika. Ik verlangde ernaar om daar als priester te werken.’

Wijbe Fransen, net als Toine Frehe (rechts) afkomstig uit de Dominicuskerk in Leeuwarden, bij het 75-jarig feest van de parochie in 2012.

Waarom als priester?

‘Tegenwoordig wordt gezegd: je bent op de eerste plaats broeder dominicaan, maar ik wilde priester wilde worden. Dat stond op de eerste plaats vast. Later is dat wel een beetje bijgedraaid.’

‘Ik ging in 1951 naar het Dominicus College, in het begin had ik veel heimwee. In 1957 ben ik ingetreden en heb ik het kloosterleven leren kennen en het ideaal van gemeenschappelijk gebed. Het noviciaat heb ik heel serieus beleefd. In september ’58 gingen wij naar Zwolle, om filosofie te studeren. Zwolle heb ik als zeer fijn ervaren, vooral mijn ervaringen in Arnichem. In de vakantie was ik er vaak.’

Wat deden jullie in Arnichem?

‘We hadden daar ons koorgebed en verder konden we de vrije natuur zijn: zeilen, kanoën, zwemmen. Ik ben een keer gaan zwemmen van Arnichem tot de spoorbrug en terug: dat was één van mijn prestaties.

Huize Arnichem, het voormalige vakantiehuis van de dominicanen nabij Zwolle.

Na drie jaar deden wij onze grote professie en gingen we naar Nijmegen. Daar begonnen nieuwe ideeën op te komen – het Vaticaans Concilie startte in 1962 – er kwamen gemeenschapsmissen, met nadruk op het gemeenschappelijke, er werden ook Nederlandse liederen gezongen onder leiding van Ted Schoof. Op een gegeven moment heb ik een knuppeltje in het hoenderhok gegooid met de vraag: we moeten toch ook denken aan de praktijk. We hebben toen lessen gekregen, o.a. over homofilie, sociologie, etc. We waren een beetje naar binnen gericht.

Na mijn diakenwijding in 1963 ben ik bij de provinciaal Van Waesberge geweest en heb ik gevraagd: kan ik niet een tijdje actief zijn als diaken? Ik wilde meer contact met de realiteit. Daar werd wel over gedacht, maar in feite gebeurde er niets.

Op het eind van het eerste jaar ben ik nog met de Bouworde mee geweest naar Frankrijk, daar heb ik meegeholpen een school te bouwen. Ik vond er een hiaat bestaan tussen wat je opgelegd kreeg en het dagelijkse leven. Het Albertinum was erg afgesloten, naar binnen gericht. Je had geen contact met de buitenwereld.

In 1964 werden we gewijd. Het jaar daarop was een jaar van studie; niet erg veel contact met buiten. Toen kwam ik bij Van Waesberge voor de benoeming. Het is Curaçao geworden, ofschoon ik hoopte op Zuid-Afrika.

Op 20 augustus ging het vliegtuig de lucht in. Op 27 augustus kwam ik aan op Hato, het vliegveld van Curaçao. Mijn eerste indrukken waren: wat is het hier lekker warm! Op Kerstmis gingen wij Zalig Kerstmis wensen bij de bisschop, en het was heet, heet! Ik dacht: wat doe ik hier?

Ik kreeg les in het Papiaments bij een onderwijzer. Begin januari heb ik voor het eerst in het Papiaments gepreekt. Mijn grote desillusie was, dat er geen bijbel was in het Papiaments; daar had ik al grote liefde voor gekregen. Wel waren enkele paters toen bezig met de vertaling van liturgische teksten in het Papiaments.’

Heb je ook bijbelles gegeven?

‘Ja, eigenlijk alle jaren, in het Papiaments. Dat is daar de taal van het hart. Na twee jaar op Bonaire – in 2 verschillende parochies – ging ik naar Aruba. Op Aruba ben ik in totaal 41 jaar gebleven, op verschillende plekken. Ik begon in Santa Cruz. Na drie jaar kreeg ik groot verlof en ben via Puerto Rico naar Nederland gegaan. Na een vakantie in Italië ben ik een paar keer op het Contact der Continenten in Soesterberg geweest. Daar kreeg je wat bijspijker-momenten. Ook heb ik een klinisch pastorale training gevolgd. Daar leerde je counseling.

Ik ben toen een dikke acht maanden in Nederland geweest; daarna terug naar Aruba. Ik werd rector in het plaatselijk ziekenhuis. Na twee jaar fulltime ziekenpastor werd ik in 1974 pastoor in Dakota, maar ik bleef ook verbonden aan het ziekenhuis.’

Wijbe Franse o.p. in de kerk in Zwolle

Hoe vond je dat werk in het ziekenhuis?

‘Je kwam dichtbij de mensen te staan. Ik heb veel mensen de ziekenzalving mogen geven. Ik vertelde de persoon dan dat hij/zij nu de hand van Christus stevig moest vasthouden om zo de strijd aan te gaan en in vertrouwen verder te gaan.

In Dakota ben ik negen jaar pastoor geweest. Daar hebben we de liturgie leren beleven als een participatief gebeuren. Participatie was en is voor mij een centraal woord. Ik ben daar graag geweest. Naast het ziekenhuis ging ik één keer in de week naar het huis van bewaring. In 1983 werd ik pastoor van Oranjestad.

In 1989 vierde ik mijn 25-jarig priesterfeest en vlak daarna begon een sabbatjaar. Ik heb een tijd in de Brigittenstraat in Utrecht gewoond, maar ben ook twee keer naar New Mexico gegaan voor spirituele begeleiding in een dubbelklooster van de benedictijnen. Heel charismatisch!

Kort tevoren had ik op de Antillen al contact gekregen met de charismatische beweging. Na de sabbatperiode kwam ik met Jacques van der Lee in het voormalige zusterklooster te Santa Cruz, dat nu Pastoraal Centrum heette. Het werd de mooiste tijd van mijn leven. Je was daar echt samen met andere leken.’

Dat is de mooiste tijd geweest?

‘Ja, het was een hoogtepunt. Ik was één met die mensen. Het was een echte communicatie met elkaar. Ik heb mij toen echt pastor gevoeld: in marriage encounter, school voor evangelisatie, huwelijksvoorbereiding, charismatische vernieuwing, bijbelcursussen, schoolprogramma, etc.’

Toen ben je nog druk aan het werk gegaan met de Bijbelvertaling?

‘In juni 2009 ben ik naar Nederland gekomen. Mijn liefde voor de Schrift was op het College begonnen, en die heb ik geprobeerd door te geven. De volledige Bijbelvertaling was in 1997 uitgekomen.

We gingen nu aan het werk met de studiebijbel in het Papiaments: met een paar mensen op Curaçao en ik aan de overkant van het water, via een computerprogramma van de UBS, de internationale Bijbelstichting.

Ik had een beeld van het samengaan met leken in het klooster van Zwolle, en dat heeft mij doen besluiten om hier te komen. Ik had geen behoefte om mij ergens op te sluiten. Er is een heel open sfeer hier en dat doet mij goed. Ik ga ook nog steeds twee keer in de maand vóór bij de Antillianen. Momenteel wacht ik op het feitelijk uitkomen van de Papiaments studiebijbel. Bij haar presentatie zal ik uitgenodigd worden om ginds aanwezig te zijn.’

Ben Vocking o.p. en Wil Vermeulen o.p.

*

Achtergrond: Nederlandse broeders op de Antillen
Wat mankeert ons toch? (Wijbe Fransen over slavernij).

Eerder verschenen in deze serie gesprekken:
Joop Schaeffer
Harry Penninx
Jan Wenting
Gijs Goes
Herman Scholten
Kees Brakkee
Jacques van der Lee
Jan Boks
Gerard Oostvogel
Bert Robben
Rinus van Es
Jan Nieuwenhuis
Leo Oosterveen
Toine Frehe
Antoon Boks
Jos Oorsprong
Tiemen Brouwer
Peter Wols
Gerard Braks
Jan Bouman
Piet Magnin
Jozef Essing