l geruime tijd houdt lekendominicaan Evert van den Berg zich bezig met zijn dominicaanse voorvader Meister Eckhart. Onlangs betoogde hij in een lezing hoe Eckharts nadruk op het verstand na zijn dood en veroordeling is weggepoetst. Een wordingsgeschiedenis.
Ik heb Meister Eckhart (plm. 1260-1328) vooral leren kennen dankzij de Dominicaanse Lekengemeenschap Nederland waarvan ik sinds 2005 deel van uitmaak.
Aanvankelijk was mijn belangstelling vooral van spirituele aard, zijn gedachtegoed vind ik inspirerend voor mijn eigen geestelijke leven, en dat is nog steeds onverminderd het geval.
Het duurde echter niet lang, of het contemplari vond een vervolg in het tradere: ik werkte mee aan cursussen over hem in het Thomashuis in Zwolle, aan een zomerschool over Eckhart in de Elzas en aan meerdaagse cursussen in Huissen.
Nu valt in het mooie boekje van Arjan Broers Leven met Dominicus te lezen dat Eckhart wegens ketterij is aangeklaagd en dat er postuum een aantal uitspraken van hem veroordeeld is. Een belangrijk bezwaar was dat de grens tussen God en mens dreigt te vervagen.
Een voorbeeld daarvan is te vinden in Eckharts zijn preek Iusti vivent in aeternum (Wijsheid 5,15: ‘De rechtvaardigen leven in eeuwigheid’). Daar zegt hij:
Deur ter ere van Meister Eckhart in Erfurt. Er staat: ‘Das Licht leuchtet in der Finsternis und die Finsternis hat es nicht erfasst, In memoriam Meister Eckhart, 1260-1327).
‘We zullen geheel getransformeerd en in God veranderd worden. Op dezelfde manier waarop in het sacrament brood wordt veranderd in het lichaam van onze Heer, verander ik zo in Hem, dat Hij mij één maakt met zijn wezen, en niet als daaraan gelijk. Bij de levende God, het is waar dat er geen onderscheid is.’
Onder meer de laatste uitspraak heeft tot een kerkelijk proces geleid, waarin deze met 27 andere uitspraken, veelal uit hun verband gerukt, in de pauselijke bul In agro dominico uit 1329 veroordeeld zijn; Eckhart was toen al overleden.
De gevolgen bleven niet uit. Zijn preken bleven wel in omloop, maar vaak zonder naam of op naam van zijn leerling Tauler. Geert Grote verbood de lezing van Eckharts werk zelfs in de kloosters van de Moderne Devotie, hoewel het leven – zie hiervoor – soms sterker was dan de leer, en na de Reformatie raakte hij vrijwel in vergetelheid. Hoogstens was hij nog een voetnoot in de geschiedenis.
Dat veranderde in het midden van de negentiende eeuw, toen een groot aantal teksten van Eckhart, werd uitgegeven. Er volgden vertalingen en in 1936 begon men onder een bedenkelijk gesternte – de nazi’s waren blij met de aandacht voor deze oer-Duitser – met een kritische uitgave van al zijn werken, die nog steeds niet af is. En er werd een Meister-Eckhart-Gesellschaft opgericht, dat de bestudering van zijn werken en hun context tot doel heeft.
Sinds mijn eigen ontdekking van Eckhart was mijn verleden als neerlandicus en middeleeuwenspecialist beginnen op te spelen.
Verbeelding van Meister Eckhart als prediker. Bron onbekend.
Zo ontdekte ik dat er in een Arnhems augustinessenklooster dat uit de Moderne Devotie stamde, in de zestiende eeuw een afschrift van Eckharts invloedrijke preek Beati pauperes spiritu (‘Zalig zijn de armen van geest’) is vervaardigd, waarin de scherpe kantjes zijn bijgevijld. Zo is de dominicaanse nadruk op het verstand als weg naar God op subtiele wijze verschoven naar de liefde, die bij franciscanen en augustijnen de voorkeur had, en is de afstand tussen mens en God vergroot.
In juni van dit jaar organiseerde genoemd werkgezelschap samen met de afdeling Middelnederlandse literatuur van de Rijksuniversiteit Leiden een symposium met als thema de doorwerking van Eckharts gedachtengoed in de Nederlanden. Naar aanleiding van onder meer het artikel dat ik over Eckharts preek in het Arnhemse klooster geschreven had, ben ik gevraagd op dat symposium een lezing te houden.
Omdat de tekst van die lezing nog gepubliceerd moet worden, beperk ik me tot de hoofdzaak. Die houdt in dat er in een boek dat kort na de dood van Eckhart in diens omgeving ontstaan moet zijn, al te radicale ideeën van hem zijn geretoucheerd. Zo is het vermogen dat Eckhart aan het verstand toekent om het eeuwige achter de tijdelijke dingen van deze wereld te zien, teruggedraaid. Dat is nu een kwestie van genade geworden.
Het symposium was ook verder een boeiende gebeurtenis. Zo sprak ik iemand uit Japan, die me vertelde dat daar al voor het einde van de negentiende eeuw een vertaling van werken van Eckhart was gemaakt en dat er in Kyoto een school is waar men zich met diens werk bezighoudt.
Vestdijks boek is zeldzaam geworden.
Verder waren er lezingen over de invloed van Eckhart op de filosofie, waarbij onder meer de namen van Schopenhauer, Heidegger en Henry genoemd worden*, en over zijn zichtbaarheid in de moderne literatuur, waarbij ook Vestdijk met zijn Het proces van Meester Eckhart genoemd werd.
Een exemplaar van dit werk is overigens moeilijk te krijgen. Gelukkig is mij een aantal jaren geleden door bemiddeling van Bert Wulffelé een exemplaar geworden uit de kloosterbibliotheek van Zwolle, toen men daar grootscheeps opruiming moest houden. Ik moest in Leiden weer aan hem denken.
Het symposium was echter slechts een topje van de ijsberg van Eckhart-belangstelling in deze tijd. Voor velen zijn gedachten over een rechtstreeks contact met God zonder bemiddelende instanties als dogma’s en kerkelijke hiërarchieën, zijn optimisme over de mogelijkheden van de mens en de raakvlakken met onder meer het boeddhisme aantrekkelijk.
Vertalingen in hedendaags Nederlands als die van de dichter C.O. Jellema en inleidende werken als die van de Vlaamse dominicaan Marcel Braekers maken het ook in ons taalgebied mogelijk kennis te nemen van de geestelijke rijkdommen van de Duitse mysticus. Niet voor niets werd er onlangs in het kader van het 800-jarig bestaan van de Orde van de Predikers in Nijmegen een symposium aan hem gewijd.
Kortom, Eckhart is van voetnoot weer hoofdtekst geworden.
Evert van den Berg
*
Overigens: als de lezing van Evert van den Berg verschijnt, zal deze website daarover berichten. Op de hoogte blijven kan via onze nieuwsbrief.
* Van Michel Henry is kort geleden een werk in een Nederlandse vertaling verschenen: Woorden van Christus.