27 Januari 2016

'Maria is een van hen'

Ga naar overzicht

Deel op:

ls pastor in psychiatrische kliniek de Grote Beek in Eindhoven kreeg lekendominicaan Roy Clermons een nieuwe kijk op Maria, dankzij zijn oudere patiënten.

Lees deze column van Roy uit Geloven Onderweg, tijdschrift aan het Dominicanenklooster Huissen, met onderstaand liedje erbij. Het is een van de &Songs for Mary&, gemaakt en opgenomen in het Dominicanenklooster Zwolle.

door Roy Clermons o.p.

Ik vraag me wel eens af wat de mensen in de chronisch psychiatrische ouderenzorg nog verwachten van het leven, of waar ze nog op wachten.

Wachten en verwachten zijn begrippen die in deze context een heel andere lading krijgen. Wat verwacht iemand nog van het leven, als die persoon al meer dan tweederde van zijn leven doorbrengt in een psychiatrische instelling en lijkt te leven van sigaret naar sigaret of van kop koffie naar kop koffie?

Velen wachten op de dood, niet eens bewust, maar ze lijken hun tijd uit te zitten. Het zijn mensen van 70, 80 jaar oud, soms nog ouder. Als je er als buitenstaander naar kijkt, lijkt hun leven niet bepaald vol verwachting. Hun alledaagse leven wordt gekenmerkt door sleur, eenzaamheid en vooral uitzichtloosheid.

In gespreksgroepen, individuele gesprekken en in vieringen in de kapel wordt die alledaagsheid doorbroken en toont zich niet zelden een ander mens. Dan zie ik ontroering, medeleven, en betrokkenheid op elkaar. Ze geloven en hopen, vaak tegen beter weten in. Het zijn vaak kinderlijke, bijna nai?eve geloofsbeelden die mensen erop na houden.

Maria op de dijk voor het Dominicanenklooster in Huissen, in de lente

Maria speelt hierin een belangrijke rol. In september zijn een vijftiental van onze clie?nten op bedevaart geweest naar Lourdes. De impact van deze reis is groot geweest, als ik de verhalen beluister.

De persoon Maria heeft voor veel mensen iets speciaals, voor mij ook. Als katholieke jongen van de Limburgse grond is Maria mij met de paplepel ingegeven, met name door de vrouwelijke kant van de familie (oma’s en moeder).

Er werd verder niet over nagedacht; Mariaverering hoorde er gewoon bij. Het had iets nostalgisch. Maar het rotsvaste vertrouwen dat mensen hier in de psychiatrie in Maria hebben, heeft mijn vanzelfsprekend- heid in ieder geval doorbroken.

Maria is namelijk e?e?n van hen. Een gewone vrouw, die in haar leven overrompeld wordt door grootse en vreselijke gebeurtenissen. Zij, die bezoek heeft gehad van een engel en ineens hoort dat God een plan met haar leven heeft. Zij, die de pijn kent en het lijden en die heeft moeten toezien hoe haar zoon heeft moeten lijden en sterven (menig clie?nt heeft een of meerdere kinderen verloren in het leven), maar die niet is geweken, maar gebleven en uit eerste hand heeft ervaren dat de dood het laatste woord niet heeft, maar het leven.

Dat beeld is zo krachtig, dat veel mensen zich daaraan vasthouden. Bij Maria kunnen ze hun lijden neerleggen, zij luistert en loopt niet weg en ze hopen en geloven dat de dood, waarin velen tijdens hun leven al verkeren, ooit voorbij mag zijn.