p class="Body">Driekoningen lijkt in het Spaanse klooster waar Leonie van Staveren verblijft een beetje op Sinterklaas – maar dan anders. Het feest gaat er over wat je wilt hebben én over wat je te geven hebt.
Daar zit je dan, in een Spaans klooster, aan de vooravond van Driekoningen. Een vergeten feestdag, zo lijkt het in Nederland. Maar niet in Spanje.
Hier is iedereen al dagen – zo niet weken – in de ban van Los Reyes, de drie koningen die volgens het Matteüsevangelie het kindje Jezus komen vereren.
Het feest heeft veel weg van hoe Nederlanders Sinterklaas vieren. Met verkleedpartijen en al. Natuurlijk heeft ook hier de commercie het overgenomen. Bergen dure cadeaus worden uitgewisseld in navolging van de koningen die goud, wierook en mirre meebrachten als geschenk voor het pasgeboren kind.
Ook in het klooster staan cadeautjes centraal. Geen grote geschenken van materiële waarde, natuurlijk. Toch is de priorin vanochtend stiekem verdwenen. Ze is in geen velden of wegen te bekennen: kleine cadeautjes kopen, vertellen ingewijden me.
Vergelijkbaar met onze Sinterklaastradities schrijft iedereen in de dagen voor Driekoningen een brief aan de drie koningen met daarin een verlanglijstje voor de cadeautjes. In het klooster bestaan de lijstjes vooral uit spirituele wensen: een zuiver hart, barmhartigheid, zusterschap tussen de zusters onderling, vrede, gastvrijheid.
De brief moest zondag voor 12:00 uur in een speciale brievenbus worden gedaan. De priorin gaat vanavond samen met twee medezusters verkleed als de drie koningen, zo hoor ik in de wandelgangen. Iedereen kijkt uit naar dit feest dat vrolijke jeugdherinneringen oproept en een bepaalde speelsheid in het klooster brengt. 'Ben je dit jaar wel lief geweest?’ is de meest gehoorde vraag. 'Ik vrees dat ik dit jaar kolen krijg..!’ Zwarte kolen zijn het equivalent voor de roe of de zak van Piet.
Het is tijd voor de vespers op de vooravond van Driekoningen. We zingen een lied waarin de geschenken van de koningen worden bezongen. Goud, om het kind als koning te eren. Wierook, teken van Jezus’ goddelijkheid en mirre, voorspiegeling van de lijdensweg en het sterven van Jezus.
Na de vespers volgt een uur stil gebed. We worden uitgenodigd om na te denken over de geschenken die wij meenemen naar het Christuskind. Welke geschenken voegen wij toe aan de gaven van de koningen? Wat willen wij God aanbieden dit jaar? Wat betekent voor ons het goud, de wierook en de mirre?
Een ieder neemt een klein blaadje en schrijft daarop een kort gebed. 'Jezus, ik geef je….’ Liefde, geduld, volharding, toewijding aan gebed of studie, zachtmoedigheid, gehoorzaamheid, vul maar in. Welke gaven schenken we aan God? Waar leggen we ons komend jaar, vooral op het vlak van ons spirituele leven, op toe?
Zo formuleert een ieder zijn goede voornemens voor het nieuwe jaar. Ook ik denk na wat ik Jezus zou kunnen geven. Ik vraag één van de zusters wat te doen met het gebed dat ik schreef. 'Leg het maar bij de voeten van het Kindje,’ zegt ze en ze wijst naar de kribbe in de kerststal.