ertragen valt niet mee, ook niet voor Richard Steenvoorde in Oxford. In zijn laatste 'bericht van de overkant’ aan vrienden en bekenden mijmert hij, aan het begin van de Advent, over wachten, hier en nu.
‘Maak je wel tijd om te wachten?’ Even denk ik, dat ik mijn studentenmagister verkeerd begrepen heb. De vraag is toch: ‘heb ik wel tijd om te wachten?’
In ieder geval, dat is mijn vraag de laatste tijd. Het einde van het semester komt eraan. De laatste opdrachten worden ingeleverd. De voorbereidingen voor het kerstfeest komen op gang. Snel schrijf ik nog een Sinterklaasgedicht voor een bijeenkomst van de Nederlandse studievereniging vanavond.
Ondertussen loopt mijn Inbox vol met verzoeken uit Nederland. Voor een overleg hier, een gesprek daar. Misschien tv-opnames (je hebt vast wel twee dagen). Een lezing (dat gaat toch wel?). Vol ongeduld springen de verzoeken op mij af.
En niet alleen mijn omgeving is ongeduldig: wanneer ben je klaar; wanneer kom je terug; wat gaan jullie doen? Ikzelf ben soms net zo ongeduldig. Als dit of dat maar voorbij is, dan… Zou ik niet alvast…?
Een oude wijsheid schiet me plots te binnen: pas op dat je leven niet voorbij gaat terwijl je plannen voor iets anders maakt. Het is hier en nu te doen.
Hier en nu. Wat verwacht ik van het hier en nu? Probeer ik weg te lopen voor de werkelijkheid dat ik nog niet definitief een dominicaan ben? Dat ik de tijd moet nemen, niet om vooruit te kijken naar wijdingen, studie, werk, maar stil moet staan of dit leven, zoals het nu is, bij mij past? Dus niet wat ik denk dat het zou moeten zijn, of wat het zou kunnen worden, maar concreet zoals het is?
En tegelijkertijd gaat het om meer dan dat. In drukte kan ik voorbij gaan aan waar het om gaat als broeder die leeft in een gemeenschap. Heb ik geduld met de mensen om mij heen? Ben ik bereid om op ze te wachten als iets niet gaat in het tempo wat ik graag zou willen? Maar ook, heb ik nog wel oog, of beter gezegd oor, voor de inspiratie, het goede nieuws, waaruit wij leven? Maak ik innerlijk wel tijd om er naar te luisteren als we samen bidden? Of dreun ik op de automatische piloot mee? Glijden de Bijbelse woorden langs mij af, terwijl ik met andere dingen bezig ben?
De adventstijd is daarom echt een uitdaging. De wereld versnelt, maar ik word uitgedaagd om te vertragen. Om tijd te maken om te wachten. Om niet alles zelf te willen doen, maar toe te staan dat een Ander handelt. Om te wachten met hen die gedwongen moeten wachten: op vrede, op gerechtigheid, op een uitslag, op genezing, op geluk, op moed, op begrip, op vergeving, op een partner, op hoop, geloof, en liefde. Om te wachten op mijzelf. Waar is God? Zijn er voortekenen? Beweegt er al iets, als een zachte avondwind na een warme dag? Als de ademhaling van een klein kind, in een kribbe, lang geleden?
Hoor jij al iets? Zullen we samen wachten?
Richard Steenvoorde , gefotografeerd door Ramon Mangold