04 December 2015

'Frenske' Sassen: een man van onbegane wegen

Ga naar overzicht

Deel op:

ominicaan Willem Sassen (1887-1955) leidde voor, tijdens en na de Tweede Wereldoorlog een opmerkelijk leven. In het Tijdschrift voor Nederlandse Kerkgeschiedenis pleitte archivaris Jacques van der Lee o.p. onlangs voor nader onderzoek naar een man die 'onbegane wegen’ ging.

Franciscus (Willem) Sassen o.p., (1887-1955).

Willem Sassen droeg als kloosternaam Franciscus en werd wel Frenske genoemd, een verwijzing naar zijn Brabantse afkomst. Hij ging sterk zijn eigen gang, waardoor zijn medebroeders in Zwolle niet altijd goed zicht op hem hadden.

Zijn levensverhaal is echter verweven met grote kwesties van zijn tijd: het werklozenvraagstuk als gevolg van de ‘krach’ van 1929, de ontginning van de Noordoostpolder, het verzet tegen de Duitse overheersers en de opvang van Poolse vluchtelingen na de oorlog.

Sassen heeft wel enige aandacht gehad van recente historici, maar kwam als persoon niet helemaal uit de verf, betoogt Jacques van der Lee in het Tijdschrift voor Nederlandse Kerkgeschiedenis (nr 18, 2015). Van der Lee is dominicaan, oud-missionaris en nu archivaris van de Nederlandse provincie. Hij pleit voor nader onderzoek naar Sassen, wiens archief bewaard wordt in het Erfgoedcentrum Nederlands Kloosterleven in Sint Agatha bij Cuijk.

Franciscus (Willem) Sassen werd door medebroeders getypeerd als energiek, onvermoeibaar en buitengewoon gedienstig. Maar ook werkte hij vaak te hard en te ongeorganiseerd. Hij was wispelturig en kon zich moeilijk aan afspraken houden. In de familie van Sassen kwam de bipolaire stoornis manische depressiviteit voor, schrijft Van der Lee. ‘Ik vermoed dat ook Willem Sassen aan dit ziektebeeld leed.’

Sassen speelde een onhandige rol bij de koop van een leegstaand kasteel bij Roermond. Dat had jarenlange juridische consequenties, Sassen zelf was ondertussen naar de missie in Trinidad gestuurd, een missie die ‘een totaal vergeten hoofdstuk is in de ordesprovincie’, merkt Van der Lee tussen neus en lippen op.

Luchtfoto van het dominicanenklooster Zwolle uit 1936.

Na terugkomst werd Sassen in 1928 aalmoezenier van de werkverschaffing in Drenthe en in de latere Noordoostpolder. Ook maakte hij vanaf 1935 deel uit van de Nationale R.K. Commissie voor Jeugdwerkloozenzorg.

In de jaren 1930 zaten 160.000 jongeren van veertien tot vierentwintig jaar thuis. Van der Lee: ‘In onze zogeheten “participatiesamenleving” is het werklozenvraagstuk niet te verwaarlozen, maar dit is onvergelijkbaar met de schrijnende toestanden van die tijd.’ Sassen wijdde zich aan het geestelijk, cultureel en sociaal welzijn van de werklozen in de werkkampen.

In de oorlogsjaren zorgde Sassen onder meer voor films in de werkkampen. Toen daar joden geïnterneerd werden, zorgde hij voor hun brieven en opdrachten. De Noordoostpolder werd bovendien een plek waar duizenden onderduikers zaten, voor kortere of langere tijd. Sassen speelde een rol in het verzet en moest naar eigen zeggen zelf geregeld onderduiken. Welke rol hij precies speelde, verdient nader onderzoek.

Jacques van der Lee o.p.

Na de oorlog had Sassen ook oog voor in de Noordoostpolder ondergebrachte NSB-ers en SS-ers. Bovendien ontfermde hij zich over de ‘Poolse kwestie’: ex-dwangarbeiders uit Duitsland, die door Nederland als vluchtelingen beschouwd werden en die overal verspreid in bedroevende omstandigheden verkeerden.

Van der Lee: ‘Zonder aanzien des persoons was deze man voortdurend onderweg, bij nacht en ontij, vaak per fiets, per openbaar vervoer en later met eigen auto. Hij had vanzelfsprekend contact met dominees en andere niet-katholieken. Is het geen wonder dat deze gedreven dominicaan zich nauwelijks met zijn Zwolse communiteit bemoeide?’

*

Jacques van der Lee o.p., Op onbegane wegen. Naar opening van archief van Willem Sassen o.p. In: Tijdschrift voor Nederlandse Kerkgeschiedenis, jrg. 18 (2015), nr. 3, sept. 2015, pag. 104-109.