inds ik vader ben geworden is er ook een potentiële moordenaar in mij ontwaakt.
Roy Clermons
Een aantal jaren geleden reed ik op een zondag op de A50 naar het zuiden. Langs de kant van de weg net voor knooppunt Valburg stond een enorme reclamezuil met daarop een campagneslogan van een politieke partij: &Medelijden met de slachtoffers, niet met de daders’.
Het was de tijd vlak voor de Tweede Kamerverkiezingen. Ik herinner me nog dat ik ontzettend boos werd toen ik het las. Dit soort zwart-witdenken, deze campagneretoriek vond ik vreselijk. &Wij zijn goed en de ander is slecht. Wij hebben het gelijk aan onze kant. Wie kwaad doet moet gestraft worden.’ Alsof je het kwaad op deze manier binnen de perken kunt houden.
De slachtoffers van nu zijn de daders van de toekomst en de daders van nu zijn de slachtoffers van toen. Misschien is ook dat een generaliserende gedachte, maar het raakt aan een realiteit die ik regelmatig tegenkom bij de mensen die ik ontmoet. Het raakt ook aan de realiteit van mijn eigen leven.
Sinds ik vader ben geworden is er ook een potentiële moordenaar in mij ontwaakt. Ik hoop nooit dat ik in de omstandigheden terechtkom dat daar een appèl op gedaan wordt. De plek van mijn wieg, de opvoeding van mijn ouders en mijn leven zoals het er nu uitziet geven die potentiële moordenaar weinig kans.
Maar wat als de plek van je wieg een totaal andere is geweest? Of als je blootgesteld bent aan vernedering, mishandeling of verkrachting en in een opwelling de dader letsel toebrengt? Worden daad en dader over één kam geschoren? Of is hij of zij niet meer mens dan dat?
We lijden allemaal mee in het zelfde leven waarin goed en kwaad aanwezig zijn. Hoe zich dat manifesteert in je eigen leven, is zelden een bewuste eigen keuze.
*
Dit is de ingekorte versie van een column van Roy Clermons, lekendominicaan en geestelijk verzorger in een psychiatrisch ziekenhuis, in de nieuwe aflevering van &Geloven Onderweg&, tijdschrift van het Dominicanenklooster Huissen.