06 Augustus 2015

Dominicaanse staties tussen 1600 en 1800

Ga naar overzicht

Deel op:

ver het reilen en zeilen van de predikbroeders in de Hollandse Zending tussen 1600 en 1800 is geen goed historisch overzicht beschikbaar, stelt historicus en dominicaan Kees Brakkee. In zijn serie 'Bonte Papen’ geeft hij niettemin een schets.

Dit is een bewerking van aflevering 29 van de serie ‘Bonte Papen’ in Presenteerblad, het tijdschrift van de geloofsgemeenschap van de Dominicanenkerk Zwolle.

door Kees Brakkee o.p.

Er is geen goed overzicht over deze periode, waarin het katholieke geloof in de Zeven Provinciën formeel niet was toegestaan. De gegevens die wel voorhanden zijn, blijken onbetrouwbaar.

Dat heeft verschillende oorzaken. In die dagen beschikten de rooms-katholieken zelf al niet over voldoende gegevens en, zo ja, dan werden ze lang niet altijd voor het nageslacht vastgelegd. De verslagen van pastoors en zelfs van de apostolisch vicarissen aan Rome blijken nogal eens onnauwkeurig, omdat men gewoonweg niet genoeg informatie had, of omdat men er belang bij had de zaken meer of juist minder rooskleurig voor te stellen. Ook dienaren Gods zijn gewone mensen.

Daarbij komt, dat de schrijvers van gedenkboeken bij het zoveel-jarig bestaan van een parochie soms weinig historisch-kritisch te werk zijn gegaan.

De krakkemikkige gegevens

Portret van Philippus Rovenius (Filips van Rouveen), apostolisch vicaris van de Hollandse Zending van 1614 tot zijn dood in 1651. (Klik om te vergroten)

De acht staties in de Hollandse Zending, die in 1624 door de apostolisch vicaris aan de predikbroeders waren toegekend, bevonden zich in Utrecht, Leiden, Schiedam, Haarlem, Amsterdam, Groningen, Kampen en Zwolle. Volgens één bron vielen Kampen en Zwolle af, waarschijnlijk wegens gebrek aan mankracht, maar in 1628 erkende Rovenius de statie van Rotterdam, die in stilte al bestond vanaf ongeveer 1625. Dat levert dus zeven staties op omstreeks 1630.

Andere gegevens echter vertellen wél van een statie in Kampen en ook een in Alkmaar en melden tevens uit dezelfde tijd niet één maar twee staties in Amsterdam! Dan komt men uit op tien staties. Rara, wie heeft gelijk?

Het lijkt erop dat er meer dominicaanse staties waren, die niet door de apostolisch vicaris erkend waren. Men oefende er dus de zielzorg uit buiten de verantwoordelijkheid van de erkende autoriteit.

Buitendien waren er binnen en buiten het grondgebied van de Republiek van de Verenigde Nederlanden regio’s die, kerkelijk gezien, vielen onder het bisdom Antwerpen, Den Bosch, Roermond of Luik. Ook in die streken waren er vestigingen van dominicanen, al zal er nog veel onderzoek moeten worden verricht, vóór een en ander helder is.

Zo worden in Den Bosch drie staties van predikbroeders vermeld, nadat deze in 1629 hun klooster hadden moeten verlaten. Bisschop Reginaldus Cools van Roermond belastte de dominicanen met de leiding van het seminarie, waaraan zij al vanaf 1587 doceerden. Het seminarie werd in 1797 opgeheven.

Maastricht bezat sinds 1261 een dominicanenklooster, onder patronage van de apostel Paulus. Het had in 1566 te lijden onder de beeldenstorm en werd in 1577 verwoest, maar de kloosterlingen keerden terug en restaureerden het gebouw. Het klooster werd eerst in 1796 na de inval van de Fransen opgeheven.

Tekening van het dominicanenklooster Maastricht, 1717. De kerk ervan is nu de befaamde boekwinkel 'Dominicanen'.

Tekening van het dominicanenklooster Maastricht, 1717. De kerk ervan is nu de befaamde boekwinkel ‘Dominicanen’.

Het lijkt wel zeker, dat de orde tegen 1800 in het gebied van de Hollandse Zending dertien staties bezat: twee in Amsterdam (Het Stadhuis van Hoorn en Het Torentje); verder telkens één in Rotterdam (Het Steiger), Schiedam (Dam), Leiden (Bakkersteeg), Leeuwarden (Speelmanstraat), Groningen (Caroli-weg), Alkmaar (Banegracht), Nijmegen (Jodengas), Utrecht (Walsteeg), Tiel (Sint-Walburg’s Kerkhof), De Goorn en Neerbosch.

Bemensing

De paters op de staties waren nog steeds lid van de Nederduitse Provincie (Provincia Germania Inferior), die in 1515 was opgericht en waartoe de kloosters behoorden in het huidige Nederland, België, Noord-Frankrijk en het klooster in Kalkar, Duitsland. In 1680 werd het Frans sprekende deel daarvan afgescheiden om een eigen provincie te vormen.

De kloosters in de zuidelijke Nederlanden voorzagen de staties in de Republiek van de Verenigde Nederlanden van ‘personeel’. Zo zorgde het klooster van Antwerpen voor de staties in Amsterdam, Rotterdam, Schiedam en Leiden; het klooster van Gent verzorgde de staties in Leeuwarden, Groningen, Alkmaar en Nijmegen; dat van Mechelen droeg zorg voor de staties te Utrecht, Tiel en Goorn; het klooster van Kalkar verzorgde de statie in Neerbosch.

Kees Brakkee o.p. in de kloostertuin van Zwolle.

Jonge mannen in de noordelijke Nederlanden, die zich aangetrokken voelden tot de predikbroeders, staken de grens over en ontvingen in de zuidelijke Nederlanden het habijt van de orde. Na hun opleiding daar konden zij worden ingezet als zielzorgers in de staties binnen hun vaderland.

*

In 2015 bestaat de Nederlandse provincie van de dominicanen 500 jaar. Zie: Vijf eeuwen Nederlandse provincie

Eerder verscheen:
Bonte Papen: over vajers, klopjes en schuilkerken
De inquisitie: lezen in zwarte bladzijden

Dit is de bewerkte versie van een artikel uit Presenteerblad, het tijdschrift van het rectoraat in Zwolle.