et Dominicaans Studiecentrum DSTS heeft de goede gewoonte om naast een vaste staf ook tijdelijke onderzoekers in dienst te nemen. Op 1 februari begonnen drie wetenschappers, die een jaar meedoen op het project &meervoudige religieuze verbondenheid’: Taede Smedes, Bart Mijland en Matthias Kaljauw.
Het Dominicaans Studiecentrum DSTS heeft de goede gewoonte om naast een vaste staf ook tijdelijke onderzoekers in dienst te nemen. Op 1 februari begonnen drie wetenschappers, die een jaar meedoen op het project &meervoudige religieuze verbondenheid’: Taede Smedes, Matthias Kaljauw en Bart Mijland.
V.l.n.r. Matthias Kaljauw, Bart Mijland, Taede Smedes, directeur Manuela Kalsky, en mede-programmaleider André van der Braak
Met genoegen zal ik het komende jaar deel uitmaken van de onderzoeksgroep aan het Dominicaans Studiecentrum.
Matthias Kaljauw
In 1988 werd ik geboren in Ede, maar vanaf dat jaar heb ik verschillende dorpen in de Betuwe mogen leren kennen, voornamelijk vanwege mijn vaders predikantschap. Vastbesloten om niet in zijn voetsporen te treden, begon ik in 2005 aan de opleiding journalistiek, om na het behalen van mijn diploma alsnog in 2009 theologie te gaan studeren aan de Vrije Universiteit Amsterdam.
In Ede heb ik ook Ilse leren kennen; zij begon hier haar opleiding Maatschappelijk Werk. We zijn in augustus 2013 getrouwd. Ilse is na haar diplomering ook theologie gaan studeren, om uiteindelijk pastoraal werker te worden. Na ons trouwen hebben we samen een jaar aan de Katholieke Universiteit in Leuven gestudeerd, waar ik ook mijn master afrondde. Hierna zijn we in Deventer gaan wonen.
Al tijdens mijn studie journalistiek merkte ik hoe de christelijke traditie werd uitgedaagd door ontwikkelingen in de maatschappij: multiculturaliteit, het wetenschappelijk wereldbeeld, de vertrouwensbreuk met instituten, etc. Deze betrokkenheid op actuele ontwikkelingen heb ik meegenomen naar de universiteit. Ik ben theologie gaan studeren om deze processen te begrijpen, en om te ontdekken wat religieuze tradities te midden van al deze ontwikkelingen nog kunnen betekenen.
Een passender project dan het huidige van het DSTS over multiple religious belonging kan ik me dan ook niet wensen. De ontstane religieuze verscheidenheid (en flexibiliteit) beschouw ik als een gegeven, maar voor religieuze tradities en politieke instituten is het een probleem om hiermee te leren omgaan. Deze problematiek boeit me, en ik ben op zoek naar mogelijke antwoorden hierop.
Een eerste aanzet hiertoe was voor mij het werken aan mijn afstudeerscriptie. Hierin onderzocht ik de plaats van religie in het politieke denken van Paul Ricoeur. Hoewel Ricoeur een goede impuls heeft gegeven aan interculturele en interreligieuze theologie, ondervond ik toch dat zijn politieke denken geen recht kan doen aan de religieuze verscheidenheid die Europa tegenwoordig zo lijkt te bepalen.
De reden hiervan is voornamelijk zijn visie op het publieke debat en de plaats die hij daarbinnen aan religies toekent: de ontmoeting tussen tradities dient ervoor om de legitimiteit van de democratische maatschappij aan te tonen. Maar kun je dit vragen van religies en culturen die niet in de particuliere Europese geschiedenis gedeeld hebben? Sluimert hier niet het risico dat zij worden geweerd uit het publieke domein? 'Passen’ niet-Europese religies bijvoorbeeld wel in de religie-definitie die het Nederlandse publieke debat bepaalt?
Daarnaast dient het publieke debat zelf, volgens Ricoeur, als een kritische test van de waarden en normen binnen tradities: in hoeverre deze universeel zijn en als zodanig toepasbaar op de gehele samenleving. Ook hier ligt het gevaar dat uiteindelijk de meerderheid besluit wat redelijk is en wat als zodanig een plaats verdient binnen de maatschappij, met opnieuw het risico van uitsluiting of verdrukking.
Deze bevindingen zijn een opstap voor wat ik bij het Dominicaans Studiecentrum ga doen: een onderzoek naar de vooronderstellingen in het politieke debat over de plek van religie in het publieke domein. Hiervoor zal ik allereerst bij publicaties van politieke partijen, of hun wetenschappelijke bureaus, te rade gaan.
Vervolgens wil ik analyseren in hoeverre dit spreken zich kan verhouden tot de hedendaagse religieuze kaart van Nederland, waarbij ik multiple religious belonging als de actuele transformatie van religie beschouw. De ontwikkelingen die aan dit gegeven ten grondslag liggen, zullen mijns inziens ook de toekomst van religie in Nederland bepalen. Tot slot hoop ik door deze vergelijking tot een soort 'kritische hermeneutiek’ van het publieke debat te komen: biedt het publieke spreken plaats aan de groeiende verscheidenheid in religieuze binding?
Zie ook:
Even voorstellen (1): Taede Smedes
Even voorstellen (2): Bart Mijland