et Dominicaans Studiecentrum DSTS heeft de goede gewoonte om naast een vaste staf ook tijdelijke onderzoekers in dienst te nemen. Op 1 februari begonnen drie wetenschappers, die een jaar meedoen op het project &meervoudige religieuze verbondenheid’: Bart Mijland, Matthias Kaljauw en Taede Smedes.
V.l.n.r. Matthias Kaljauw, Bart Mijland, Taede Smedes, directeur Manuela Kalsky en mede-programmaleider Andre van der Braak.
Van Friese komaf, jaargang 1973, studeerde ik theologie aan de Rijksuniversiteit Groningen, waar ik in 2004 in de godsdienstwijsbegeerte promoveerde op een proefschrift over Gods handelen en het natuurwetenschappelijke wereldbeeld (verschenen als Chaos, Complexity, and God: Divine Action and Scientism, Peeters 2004). In de jaren sinds mijn promotie heb ik aan verschillende universiteiten mogen werken op onderzoeksprojecten, zoals aan de universiteiten van Leiden, Leuven (België) en Nijmegen.
Taede Smedes
In die jaren kreeg ik gelegenheid om me grondig te verdiepen in en bij te dragen aan discussies over de verhouding tussen geloof en wetenschap. Ik deed onderzoek omtrent sciëntisme en Gods handelen; de achtergronden van en theologische problemen met creationisme en intelligent design; technologie en christelijke antropologie; en de nieuwe cognitieve en neurowetenschappelijke benaderingen van religie (de cognitive science of religion).
Ik schreef een aantal boeken, zoals God en de menselijke maat: Gods handelen en het natuurwetenschappelijke wereldbeeld (Meinema 2006) en God én Darwin: Geloof kan niet om evolutie heen (Nieuw Amsterdam, 2009). Ook ben ik actief geweest in de European Society for the Study of Science and Religion (ESSSAT), de grootste Europese organisatie op het gebied van &geloof en wetenschap’, heb ik verschillende internationale congressen mede-georganiseerd en een aantal publicaties van ESSSAT mede-geredigeerd.
Ik word internationaal beschouwd als een expert op het gebied van de bestudering van de relatie tussen theologie/geloof en natuurwetenschap en heb ook lezingen en seminars gegeven aan bijvoorbeeld de universiteiten van Yale en Oxford.
Tijdens mijn werkzaamheden in het veld van science and religion werd ik vanaf 2006 in toenemende mate geconfronteerd met een oprukkend, fel antireligieus atheïsme, zoals dat nog altijd uitgedragen wordt door Richard Dawkins, Sam Harris en Daniel Dennett.
Echter, de laatste jaren ontstaat uit de veel bredere groep van atheïsten een toenemende ontevredenheid over het polariserende effect van deze atheïsten. Veel atheïsten zijn helemaal niet zo anti-religie, zien de waarde van religieuze concepten en praktijken (denk aan De Botton en de Britse atheïstische kerkdiensten). Sommigen, zoals in de VS de recent overleden rechtsfilosoof Ronald Dworkin en de Vlaamse filosofen Ulrich Libbrecht en wijlen Leo Apostel, noemen zich expliciet &religieuze atheïsten’. En dan zijn er de spirituele, maar atheïstische natuurwetenschappers die zich &religieuze naturalisten’ noemen, zoals de Amerikaanse biologe Ursula Goodenough en sterrenkundige Chet Raymo.
In het onderzoek dat ik het komende jaar binnen het kader van het vierjarig onderzoeksproject &Meervoudige religieuze binding als toekomstperspectief voor religie in Nederland’ van het DSTS ga uitvoeren, wil ik preciezer naar die religieuze atheïsten en religieuze naturalisten kijken, dus naar vormen van belonging without believing.
Ik wil kijken wat deze groep drijft, wat hen afzonderlijk motiveert en als groep verbindt, maar ook wat hen eventueel kan verbinden met de grote (en groeiende) groep van zoekende gelovigen en theologen die zich afzetten tegen concepten van geloof als &zeker weten’ en zich aangesproken voelen door &post-theïstische’ ideeën – theologen en gelovigen dus die het personalistische en vooral filosofische godsbeeld van het theïsme achter zich laten en vrijelijk durven experimenteren met ervaring, verhalen en mystieke intuïties van transcendentie. Ik voel mezelf theologisch en existentieel sterk verwant met die laatste groep.
Dit alles is boeiend, nog grotendeels onontgonnen terrein. Ik heb niet de pretentie om in één jaar uitputtend onderzoek te doen, maar wel om een verkenning te geven, in de vorm van een mooi boek, dat wellicht als inspiratiebron kan dienen voor verdere reflectie en als basis voor eventueel verder verdiepend onderzoek.
Zie ook:
Even voorstellen (2): Bart Mijland
Even voorstellen (3): Matthias Kaljauw