isschien wil Jezus ons erop wijzen dat theologische etiketteringen 'des duivels’ zijn!
In dit verhaal over de uitdrijving van een demon (Marcus 1,21-28) spreekt één iemand een belijdenis uit: de bezetene, of liever de demon die spreekt via de bezetene! Ook al wil die demon niets met Jezus te maken hebben, toch zegt hij tegen Jezus: &U bent de heilige Gods!’ Direct gebiedt Jezus hem zijn mond te houden: &Zwijg’.
Waarom toch?
Marcus is een heel voorzichtige theoloog. Hij benadrukt dat de betekenis van Jezus’ bevrijdend handelen en van Gods openbaring daarin, pas ten volle tot ons zullen doordringen bij de opstanding, met Pasen, zoals Jezus tegen zijn leerlingen zegt in Mc 9,9. Tot die tijd zullen we telkens een facet daarvan zien, zoals hier, als Jezus de man van de demon verlost.
Voortijdige belijdenissen leggen het ondenkbare, het mysterie van Gods verlossende nabijheid maar vast, fixeren het en geven het een etiket. Jezus’ optreden is concreet en roept op tot navolging. Maar tegelijkertijd is zijn optreden in het evangelie van Marcus een behoedzame catechese, een terughoudende mystagogie. Stukje bij beetje wil Jezus ons in zijn bevrijdend handelen een glimp laten zien van de bevrijdende God – niet te veel ineens.
Misschien wil Jezus ons, in Marcus’ verhaal, er wel op wijzen dat theologische etiketteringen 'des duivels’ zijn! God openbaart zich telkens, soms even, in handelingen die niet in één woord te vangen zijn. Eerst komt de daad, dan het woord, of beter: het woord begint metterdaad. Met daden die ons op weg zetten naar het goede en gelukkige mens-zijn en ons zo op het spoor van God brengen. Daden die ons bevrijden van onze kluisters die ons gevangen zetten en isoleren. Daden die geloofwaardiger zijn dan welke sociale of politieke blauwdruk ook.
Daden die de mens echt doen leven waardoor hij, in de woorden van de kerkvader Ireneus, de glorie van God wordt.
*
Deel uit de preek van Leo Oosterveen o.p. in de Stevenskerk in Nijmegen op 1 februari 2015. De preek wordt in z’n geheel hier geplaatst.