et Vlaamse tijdschrift Dominicaans Leven is ter ziele. De nieuwe vormgeving en een poging tot samenwerking met de Nederlandse dominicaanse familie heeft niet mogen baten. Wellicht krijgt het blad een vervolg als de Vlaamse en Waalse dominicanen samengaan.
Deze foto staat op de laatste pagina van het laatste nummer van het tijdschrift, met als thema: ‘Ik word oud’.
Dat laatste oppert de Vlaamse provinciaal overste Marcel Braekers o.p. in zijn dankwoord. ‘Misschien maakt onze orde een golvende beweging door en zal ze stilaan in Vlaanderen verdwijnen, om later op een andere manier terug te keren. Dat is mijn heimelijke hoop bij het samengaan met Belgique Sud’, schrijft hij.
Het tijdschrift Dominicaans Leven was vorig jaar qua uiterlijk drastisch vernieuwd en versterkt met Nederlandse redactieleden. De samenwerking bracht echter niet wat men hoopte, de beschikbare menskracht bleef afnemen en ook de fondsen raakten uitgeput. Waar veel Vlamingen geneigd zijn om positief te reageren op de open uitnodiging om mee te betalen aan een gratis blad, zijn Nederlanders daar minder scheutig mee. Geert Laleman, die het leeuwendeel van het redactiewerk verzette, heeft zijn taak nu teruggegeven.
Volgens Braekers is de sterk vergrijsde Vlaamse provincie in ‘een stroomversnelling’ terechtgekomen en is het beter het ’tijdschrift tijdelijk te stoppen’. Misschien houdt de Vlaamse provincie volgend jaar kapittel samen met de Waalse vice-provincie. ‘Hoe de structuur van die nieuwe entiteit er zal uitzien moet nog worden vastgelegd’, schrijft Braekers.
‘Ik ben ervan overtuigd dat eens dit is gebeurd ook Dominicaans Leven opnieuw uit zijn as zal herrijzen, misschien niet zo mooi ogend als vandaag. De band tussen paters, zusters en leken, de grote familia dominicana, behoort tot de wezenheid van ons orde en ik kan me dus niet voorstellen dat er geen blad zou zijn dat daarvan een uitdrukking is. Maar zelfs op het ogenblik dat ik deze woorden neerschrijf,voel ik een aarzeling. Het heeft te maken met ouderdom, met het feit dat heel veel door enkele schouders wordt gedragen.’
Het is herfst, schrijft Braekers. ‘Er is sterven en in dat sterven een schoonheid die er anders niet is’.