et begint bij onszelf: dat wij ons toewenden naar God die onze redding wil.
Het omsmeden van zwaarden tot ploegijzers en van speren tot snoeimessen is niet het begin, maar het gevolg als wij ons hart openen voor recht en gerechtigheid.
Ook Jezus begint bij onszelf. De grote gebeurtenissen in de wereld moeten nu eenmaal gebeuren. Jezus roept de mens op om waakzaam te zijn. We moeten dus niet indutten, of met de rug naar de wereld gaan staan.
Waakzaam zijn betekent opmerkzaam zijn. Je zintuigen openen. Je wordt zo ontvankelijk voor de tekenen van de tijd. Het is waken tegen het donker. En dat waken kan soms heel concreet vorm krijgen. Zoals een nachtelijke wake op een plek waar iemand door zinloos geweld om het leven is gekomen, een wake bij een uitzetcentrum, een paaswake, een wake bij een overledene. De wake ontstaat in duisternis, en is een teken van hoop. Het is als een jong twijgje dat opschiet uit schijnbaar doods hout.
Jezus lijkt ons te zeggen dat er geen reden is om je te laten overmeesteren door duisternis. Waak tegen het donker, dat is zijn devies.
Die zusters dominicanessen uit Irak die vertwijfeld uitroepen: 'Hoe lang gaat dit door? En wat komt er nog?’ vormen zelf in de duisternis een lichtend teken door het vele opvangwerk van vluchtelingen dat zij in zeer moeilijke omstandigheden en met beperkte hulpmiddelen verrichten. In een schijnbaar uitzichtloze situatie vormen zij zelf een teken van hoop. Zij waken tegen het donker in.
Vandaag hebben we de eerste kaars ontstoken van de adventskrans. Het is een teken van hoop, van licht in de duisternis. Maar dat licht dáár, zou in onszelf mogen branden. Een licht dat ontstoken kan worden aan de goddelijke vonk die in ons aanwezig is, wanneer wij ons toewenden tot Hij-die-komen-zal. Of om de bede van Jesaja te herhalen:
'Kom mee, laten wij leven in het licht van God.’
Slot van de overweging van René Dinklo o.p. in de Dominicanenkerk Zwolle, 1e adventszondag 2014. Klik hier voor de hele tekst.