llerheiligen en Allerzielen zijn de voor- en achterkant van hetzelfde verhaal over leven en dood, vindt de Vlaamse dominicaan Gerard Braet. Een pleidooi voor de hoop als een vorm van protest.
Gerard Braet o.p.
Het duofeest vindt dit jaar in het weekeinde plaats. Zaterdag, op Allerheiligen, wordt onze hoop in de schaduw gedrukt van ons weten op zondag, Allerzielen. Er zullen meer mensen naar het kerkhof gaan dan naar de kerk komen.
Dat is jammer, want Allerheiligen is een van de mooiste feesten van het jaar: niet een feest van Christus of Maria of van een bekende heilige op de kalender, maar het feest van alle mensen.
&Een grote menigte die niemand tellen kon’, zo staat het in het Boek der Openbaringen, waaruit zaterdag gelezen wordt (7,2-4;.9-14). 144.000 is meer een idee dan een getal. Twaalf en veelvouden van twaalf willen in de Bijbel zeggen: voltallig, volledig, compleet. De blijde boodschap over onze toekomst na de dood kent geen beperkende predestinatie, geen calvinistische voorbeschikking, geen goddelijke voorbestemming zoals de getuigen van Jehova voorhouden.
We kunnen niet universeel genoeg kijken, als het gaat om de uiteindelijke bestemming gaat die God voor ons heeft bereid. Wie het meest heeft geleden zal Hij het meest gelukkig maken. Kijk maar naar de Bergrede. Onder degenen die door Jezus zalig werden geprezen vinden we niet velen die geluk hebben gekend in het leven. Zalig die nederig van hart zijn, die verdriet hebben, die met heel hun wezen verlangen naar gerechtigheid, die vervolgd worden. Hén zal God troosten, verzadigen, belonen. Want God lijdt mee met de mens; ja, in de mens. Zoals ouders lijden in hun zieke kind, of zoals mensen kunnen lijden aan de handicap van hun geliefden.
Het christendom heeft altijd een ondubbelzinnige voorliefde voor personen en gebeurtenissen in plaats van voor ideeën en theorieën. Niet de wetten zijn onze wegwijzers, wel levende mensen. Niet een leer maar een persoon staat in het centrum: Jezus Christus. Zij die de innerlijke bewogenheid met Jezus delen en van daaruit leven, laten zien wat &heilig’ is in het leven, wat de moeite waard is en en alle toewijding verdient. Die mensen worden heiligen genoemd.
Daar zijn mensen bij uit het verre verleden, maar ook mensen van dichtbij, mensen die wij gekend hebben en die ons hebben leren geloven en beminnen. Zij waren vader, moeder, broer, zus, buur of vriend. We hebben hen ervaren als mensen die licht brachten in ons bestaan en die ook licht en uitzicht bieden over de dood heen.
In een wereld van godsverduistering hoor je bijna niets anders meer dan dat de hemel leeg staat. Voorbij is voorbij. Gedaan, zand erover.
Het feest van vandaag gaat daar tegenin. Het is een protestfeest. Het nodigt ons uit om van een afstand te kijken naar de eigenlijke waarde van alles. Niet enkel met de ogen van wat je constateert, dat doet de wetenschap, maar met de ogen van geloof en hoop. Het zijn creatieve krachtbronnen. Ze doen ons vertrouwen dat op het moment van afscheid, als alles anders wordt, dat een grote liefde ons zal opwachten. Gods liefde kent geen grenzen. Wij zijn eindig en beperkt, maar Zijn liefde duurt eeuwig.
Licht bewerkte tekst van Gerard Braet o.p., dominicaan te Knokke (B) in de wekelijkse suggesties van Preek van de Week.