01 Oktober 2014

Tentoonstelling ‘Een gelukkige theoloog’

Ga naar overzicht

Deel op:

ot 26 oktober is in de Nijmeegse Universiteitsbibliotheek de tentoonstelling over honderd jaar Edward Schillebeeckx te zien, getiteld &Een gelukkige theoloog’. Stan Gipman, die veel persoonlijke herinneringen aan de meester heeft, beschrijft zijn bezoek aan &een kleine, maar piekfijne expositie’.

Stan Gipman in de Dominicuskerk, bij gelegenheid van de onthulling van het &Professor Schillebeeckxplein’ in Nijmegen, waarvan hij de drijvende kracht was.

Hij schreef tot nu toe 87 stukken voor zijn persoonlijke kronieken, of 'verhaaltjes voor mijn kleinkinderen voor later’, zoals Stan Gipman ze bescheiden noemt. &Van die 87 gaan er 34 over Edward Schillebeeckx en twaalf over het Maria Convent in Berg en Dal’. Geen wonder dat Gipman de tentoonstelling in de UB van de Radboud Universiteit moest zien.

&Edward Schillebeeckx (1914-2009) was van 1957-1982 hoogleraar in de dogmatiek en de geschiedenis van de theologie aan de Katholieke Universiteit Nijmegen (nu Radbouduniversiteit).

De tentoonstelling is ingericht in een aantal belangrijke thema’s/ aandachtsgebieden in het leven van de wereldberoemde theoloog:

1. Het leven van Edward Schillebeeckx
2. Schillebeeckx en het Tweede Vaticaans Concilie
3. Schillebeeckx en de maatschappelijke ontwikkelingen
4. Schillebeeckx en zijn Jesusboeken
5. Schillebeeckx en zijn tegenstanders
6. Schillebeeckx over de kerk en het ambt
7. De spirituele erfenis van Edward Schillebeeckx

Op 43-jarige leeftijd kreeg de dominicaan Schillebeeckx zijn benoeming als hoogleraar in Nijmegen als opvolger van zijn ordegenoot Piet Kreling, een uitstekend maar behoudend theoloog. Er was toen al enige strijd op het Albertinum en de universiteit tussen traditionele theologen, die zich richten op de officiële leer en ethiek van de kerk ontleend aan Thomas van Aquino, en de zgn. modernisten, die nieuwe wegen wilden bewandelen en zich met name richten op de wetenschappelijke herinterpretatie van het evangelie en het leven en de ervaring van de gelovigen.

De godsdienstleraar op de kweekschool, pater Van Groenewoud o.p. , merkte al in 1955 op dat er op het Albertinum problemen waren tussen twee partijen. &Wat ik nu zeg over geloven en catechese kan in de komende tijd wel eens heel anders worden.’ Hij gaf de boodschap aan ons beginnende onderwijzers mee om daar in onze onderwijsloopbaan aandacht aan te besteden en de goede en juiste richting te kiezen.

De komst van de progressieve en vernieuwende Edward Schillebeeckx naar het Albertinum en naar de Katholieke Universiteit wakkerde deze strijd om de juiste orthodoxie aan.

Omslag van de uitgave bij de tentoonstelling, uitgave van Valkhof Pers

Het is daarom voortreffelijk dat de commissie die de tentoonstelling heeft ingericht ook aandacht besteedt aan de periode 'Schillebeeckx en zijn tegenstanders’. In tekst en in beeld komen zij aan de orde. Ik noem onder hen de jezuïet Ernest Schoenmaeckers, de ordegenoot van Schillebeeckx en hoogleraar Jan van der Ploeg en Cornelia Vogel, hoogleraar en classica.

Intelligent, maar toch ook met ingehouden woede en frustratie, reageerde het door Van der Ploeg opgerichte blad Katholieke Stemmen. Ik citeer de voortreffelijke catalogus: &In haar kolommen keerde Van der Ploeg zich tegen 'het zaad van de twijfel’ dat 'modernisten’ in de harten van de Nederlandse katholieken gezaaid hadden. Schillebeeckx bestempelde hij meer malen tot voorman van deze kwalijke groep die hij beurtelings als 'ketters’ en 'protestants’ aanduidde.’ (blz. 26 en afbeelding 18)

Een duidelijke rol bij de tegenstanders van vernieuwing speelde de hoogleraar, classica en bekeerling Cornelia de Vogel (afbeelding 19 in de catalogus). Zij ageerde met name tegen het feit dat Schillebeeckx historisch-kritisch onderzoek prefereerde boven de traditie van de kerk en haar dogma’s. Zij juichte de benoeming van conservatieve bisschoppen in Nederland door het Vaticaan van harte toe.

Met de autoriteiten in Rome lag Schillebeeckx meerdere malen in de clinch. De verlichte en veranderingsgezinde geesten, onder hen Karl Rahner S.J., hielden hem de hand boven het hoofd. Acties vanuit Nederland en over de hele wereld steunden Schillebeeckx in zijn benadering van de op mensen gerichte levende God.

Paus Benedictus XI, Joseph Ratzinger, zelf een scherp theoloog, durfde hem niet aan te pakken. Schillebeeckx werd nooit veroordeeld voor zijn Jezusboeken. Hij kreeg wel een zgn. Verklaring of Notificatie aan zijn broek voor zijn boek Kerkelijk ambt, voorgangers in de gemeente van Jezus. (afbeelding 22) &Maar het ambt is geen geloofskwestie’, zei Schillebeeckx enkele jaren geleden tegen mij. &Het is een menselijke instelling, die veranderd en aangepast kan en moet worden. Dit is in de loop van de tijd meerdere malen gebeurd.’ De catalogus merkt dan ook terecht op: &Het beeld van Schillebeeckx als opposant in eigen kerk werd erdoor versterkt’.

Een onderdeel van de tentoonstelling, piekfijn vormgegeven door de bibliothecaris Léon Stapper, is de uitstalling van de verschillende prijzen en eredoctoraten die Edward Schillebeeckx mocht ontvangen, onder andere de Erasmusprijs, de Gouden Ganzeveer, het Landjuweel van Vlaanderen, het eredoctoraat van Leuven en van Montreal om er maar enkele te noemen. De tien minuten durende documentaire door Stijn Fens is de moeite van het kijken waard. Het ontroerde mij om mijn leermeester sprekend op beeld te zien. Anne en Bram, mijn kleinkinderen, zijn door pastor Schillebeeckx gedoopt.

Schillebeeckx is opgevoed in een groot katholiek Vlaams gezin. Hij was loyaal aan zijn vader en moeder die de normen en waarden en de grenzen van het handelen aangaven. In anekdotes door Schillebeeckx zelf verteld heb ik vaak gehoord dat onzinnige en onrechtvaardig zaken door kerkelijke autoriteiten bevolen of aangekaart door zijn ouders niet werden geaccepteerd. Als ze met zinnige argumenten ertegen kwamen, die aan de kant werden geschoven, was 'Kortenberg in last’. Schillebeeckx heeft tot aan het einde van zijn leven deze christelijk-humane houding in stand gehouden.

Wat een rechtvaardige, liefdevolle en gedegen opvoeding niet allemaal te weeg kan brengen. De tentoonstelling geeft er blijk van.’

Stan Gipman