e 4000 bladzijden 'Collected Works’ is toch maar zo’n zestig procent van alles wat Schillebeeckx geschreven heeft. Het is zo veel omdat hij niet echt een schrijver was, maar eerder een prediker, steeds bereid te herformuleren, aldus medebroeder en medewerker Ted Schoof.
Hij zei dat vrijdag 29 augustus bij de presentatie van de Collected Works, in Nijmegen. Volgens Ted Schoof realiseerde Edward Schillebeeck ’tot het eind van zijn leven, wat hij als program geschetst had in zijn inaugurale rede van 1958 in Nijmegen: afdalen tot op het diepst van de (historische en menselijke) gegevens, waar die ook te vinden waren, en dan weer naar het wateroppervlak opduiken met allerlei nieuwe inzichten en verbanden en, op grond hiervan, nieuwe interpretaties.’
Ted Schoof o.p. tijdens de presentatie. Foto: Stichting Edward Schillebeeckx.
Dat leverde een heleboel tekst op, dat weet Ted Schoof als weinig anderen, want hij werkte vele jaren intensief met ‘de meester’ samen, als assistent, secretaris, wetenschappelijk medewerker, docent en als redactiesecretaris van het Tijdschrift voor Theologie.
In zijn inleiding bij de publieke presentatie van de Collected Works, vrijdag bij de opening van de tentoonstelling ‘Een gelukkige theoloog’ in de universiteitsbibliotheek van Nijmegen, vertelde Schoof over het monnikenwerk dat aan deze grote uitgave voorafging, dat vooral door theoloog Carl Sterkens en hemzelf werd gedaan.
En ook schetste hij een beeld van de omnivore en gedreven wetenschapper Schillebeeckx: een man die in detail op de hoogte was van bijvoorbeeld de Bijbelwetenschap, maar tegelijk steeds de context in het oog hield en zijn grote synthese voortdurend aanvulde.
Collected Works
Schoof: ‘Een van zijn grote kwaliteiten was dat hij een synthese kon formuleren van de vele, vaak verschillende deelinzichten die hij had blootgelegd. Het concentratievermogen dat daarvoor nodig was toonde hij, onbewust, toen ik hem eens Secklers nieuwe studie over het geloofslicht bij Thomas van Aquino gebracht had en hij dat boek de volgende morgen niet alleen helemaal gelezen had, maar ook gevuld met zijn gebruikelijke kruisen en onderstrepingen, waarbij hij verklaarde: “Het beste boek dat ik erover gelezen heb”.’
In de enorme hoeveelheden tekst die Schillebeeckx publiceerde, probeerde hij ’telkens opnieuw te formuleren alwat hij gevonden had in een “opgevulde” synthese’, zei Ted Schoof. ‘Door zo te werk te gaan toonde hij dat hij niet echt een schrijver was, maar eerder een spreker, docent of predikant: wanneer hij niet tevreden is met een geschreven tekst, probeert hij die niet te verbeteren, maar voegt nieuwe tekst toe, tot hij alles geformuleerd heeft, zij het in niet weinig woorden.’
Schoof: ‘Vandaar hoor je ook telkens het advies: lees dóór in Schillebeeckx’ teksten. Om deze reden geldt hij in zijn publieke spreken ook als (te) stevig of te expliciet, terwijl hij in persoonlijk contact vrij weerloos blijkt te zijn, altijd bereid om nieuwe interpretaties of nieuwe projecten onder ogen te zien, ook als hij er eigenlijk geen tijd voor kon vrijmaken. Hij kon tegenover mensen met wie in gesprek was maar moeilijk “nee” over zijn lippen krijgen. Deze twee kanten van zijn persoonlijkheid lijken mij te verklaren waarom hij ook aan latere generaties nog heel wat te zeggen heeft.’
Lees hier de volledige inleiding van Ted Schoof o.p. en van Nico Schreurs, voorzitter van de Stichting Edward Schillebeeckx, gepubliceerd worden op de website van de Stichting.