inksteren: feest van de vurige inspiratie, de zending van de gelovigen, de eerste preek. Dominicaan Leo de Jong belicht nog een aspect van dit rijke feest: we vieren de komst van &Sophia, de Wijsheid, het vrouwelijk gelaat van de Eeuwige’.
Deze preek sprak Leo de Jong o.p. uit in Schiedam
Vandaag vieren wij de volheid van Gods betrokken zijn op ons, mensen. Zeven is in het Joodse symbolische denken het getal van de vervulling. Zeven maal zeven dagen, plus nog één: de vijftig dagen tussen Pasen en Pinksteren staan voor de meer dan totale vervulling van Gods bezig zijn met ons.
Dat houdt ontzaglijk veel in en iedere uitleg van dit Pinksterfeest, die tot licht en heil voor mensen bijdraagt, is dus een goede. Het was een oogstfeest en een feest-van-vurige-inspiratie. Het was de stichting van de kerk en het ontstaan van de eerste gemeente van gelovigen, die Gods werk in Jezus Christus begonnen te beseffen. Het was de dag van de eerste christelijke preek en het was het eerste doopfeest. Het was de dag, dat de Geest, die Jezus bezielde, zijn vrienden deed ontvlammen.
Maar ik wil er nog een aspect van aanduiden, dat veel minder de aandacht kreeg: het is het feest van Sophia – Wijsheid – het vrouwelijk gelaat van de Eeuwige.
Omdat de kerk vanaf het begin door mannen geleid werd, werden de beelden, die van de Onafbeeldbare gegeven werden, erg mannelijk: VADER, ZOON. Dus kleurden wij onherroepelijk ook de heilige Geest als een soort manspersoon in. Of wij zagen hem als een soort vage wolkachtige figuur, die over de aarde zweefde: want een geest is in ons taalgebruik nu eenmaal een spook.
Interieur van de Hagia Sophia.
Maar vanaf het begin van het christendom werd door diepgelovigen de heilige Geest aangevoeld als een vrouw. Haia Sophia heette de prachtige oude kathedraal van Constantinopel: Heilige Vrouwe Wijsheid.
God als Sophia: eindeloos-lieve Vriendin. Vrouwelijke mystici als Hadewych en Theresa van Avilla boften met het feit, dat God zo sterk als mannelijk werd gezien, want als gevoelig-intelligente vrouw was het niet moeilijk om op zo’n man verliefd te worden.
Maar wij, mannen, moesten het meestal doen met al die stoere beelden: God als Almachtige Vader, die als uiteindelijke Rechter levenden en doden zal oordelen. Voor de God van die beelden kon je wellicht eerbied en ontzag opbrengen, verliefd werd je er niet op. Het gaf de mannelijke leiding in de kerken het gevoel, dat zij dichter bij God stonden dan de vrouwen. Maar veel inspiratie leverde dit mannelijk beeld niet op.
Dat had tot nadenken moeten leiden, want Heilige Geest IS inspiratie! Het woord zegt het al.
Maar juist de Geest van God, die op aarde bleef, toen Jezus Christus in God werd opgenomen, is gevat in een vrouwelijk beeld: Sophia. Een beeld om als man verliefd op te worden.
De eerste mannen ontbrandden dan ook van liefde op dat eerste Pinksterfeest. Zij werden zó vol van Godelieve, dat zij er niet meer over konden zwijgen en er alles voor over hadden.
GOD IS LIEFDE, schreven zij en ze trokken de wereld door om haar te zoeken en met Haar mee te trekken. Als zij haar ontwaarden bij andere mensen, heidenen, werden die direct en zonder omhaal gedoopt, want wie verliefd werd, had Gods volheid bereikt. En zij bemerkten, dat die verliefdheid dezelfde uitwerking had als bij een verliefdheid op een vrouw: je raakte er vol van, zag de hele wereld in dat licht; kon veel meer aan, dan je ooit van jezelf had verwacht en hunkerde naar haar nabijheid.
Johannes van het Kruis / Juan de la Cruz
&Ik wens ontbonden te worden en met Christus te leven’, zei Paulus eens. En veel eeuwen later zal de verliefde dichter-mysticus Johannes van het Kruis schrijven: &Mijn Lief: hoge bergen, diepe dalen, donkere bossen. Muziek van pure stilte’. Zijn hele leefwereld was komen te staan in het Licht van zijn Liefde.
Vragen of ik als mens wel goed genoeg ben en of ik niet al te schuldig ben, lossen ineens op als ochtendnevel in de zon. Want elke liefde is genade: een onverdiende gave. Het enige, dat je doen kunt, doen wil, is liefde met wederliefde beantwoorden. Of dat eeuwige winst oplevert of niet, zal je geen zorg meer wezen. Een verliefd mens berekent niet meer, maar accepteert en geeft zich over.
Kan een minnares mij beschermen tegen ziekte of ongeluk, tegen oorlogsgeweld of vervolging? Neen, natuurlijk niet. Maar zij zal proberen om ook dan zo nabij als mogelijk te zijn, om mij te troosten en bij te staan. Zij zal zijn: IK-BEN-ER-VOOR-JOU, wat er ook gebeurt; of je nog leeft of al gestorven bent. Want Ik vergeet je nooit. Ik houd van je en heb dus je naam geschreven in de palm van mijn hand. Jij leeft in Mij, zoals Ik in jou leef. Ik ben Sophia: je eindeloos-lieve vriendin.