aar schatting een half miljoen burgers is de Noord-Irakese stad Mosul ontvlucht, na de inval van de soennitisch-islamitische extremisten van ISIS. De Dominicanessen van St. Catharina van Siena blijven echter op post, meldt de website Global Sisters Report.
Een Irakese dominicanes op archiefbeeld.
Deze website is verbonden aan de National Catholic Reporter en richt zich op onafhankelijke berichtgeving over het werk van vrouwelijke religieuzen in soms barre omstandigheden.
De Dominicaanse Zusters van St. Catharina van Siena is een Irakese congregatie. De zusters hebben in hun geschiedenis al veel oorlog en geweld doorstaan (klik hier voor een recent Engelstalig verhaal over hun geschiedenis). De Amerikaanse dominicanes Donna Markham, die Irak meermalen bezocht toen er nog Amerikaanse soldaten waren, had drie dagen na de overname van de macht in de stad door ISIS telefonisch contact.
De zusters weigerden te vertrekken, al zijn ze verre van veilig. Er was op het moment dat de zusters contact hadden geen elektriciteit en nauwelijks drinkwater, maar de belangrijkste bedreiging is de opnieuw toegenomen vijandigheid jegens christenen in de regio, waar de laatste vijftien jaar al vele duizenden christenen uit zijn weggevlucht. &Irak staat al sinds het vertrek van Amerika op de rand van burgeroorlog’, zegt zr. Donna. &De christenen zitten klem tussen soennieten en sjiieten, en zijn het doelwit van fundamentalistische islamisten.’
Er wordt druk gespeculeerd over het snelle vertrek van het Iraakse leger uit Mosul en de vlakte van Ninive, waar naar schatting nog zo’n 35.000 christenen wonen, onder wie ook dominicaanse zusters, broeders en leken. Volgens sommigen is het Iraakse leger zelf verdeeld langs soennitische en sjiitische lijnen. Anderen zeggen dat het leger slecht toegerust is voor de strijd. Zeker is dat christenen het onder ISIS-bewind moeilijk krijgen. In de Syrische stad Raqqa, waar ISIS vorig jaar het bewind voerde, werden kerken in brand gestoken en werd bidden door christenen of het luiden van klokken verboden.
De Iraakse dominicanessen beheren een ziekenhuis en verzorgen basis- en middelbaar onderwijs. Ze vinden dat ze het aan hun mensen verplicht zijn om voor medische zorg en scholing te blijven zorgen, ook al weten ze dat ze risico lopen. Ze vragen om voor hen te bidden.