Pater Frans van der Lugt vermoord in Homs’. Deze woorden verspreidden zich gisteren als een olievlek in de Nederlandse media. Een of meerdere gemaskerde mannen maakten in de vroege morgen van 7 april een einde aan het leven van deze 'man van vrede’. Thijs Caspers herdenkt.
Het zijn woorden die stil maken. Wie naar zijn bekende videoboodschap van eerder dit jaar kijkt, ziet een bewogen en volhardende man. Iemand die houdt van het leven: die 'niet wil sterven door pijn en honger’, maar tegelijkertijd weigert de mensen en het land dat hij in zijn hart gesloten heeft in de steek te laten. 'Ik blijf bij mijn mensen. Ik ben een herder van mijn schapen’, zou hij tegen een van zijn mede-jezuïeten hebben gezegd.
Het is precies deze niet aflatende betrokkenheid bij de meest kwetsbaren in de Syrische stad Homs, waarin pater Frans van der Lugt iets tot sprake bracht van waar het in het christendom ten diepste om te doen is: het kwetsbare dragen en de hoop belichamen op momenten dat alle perspectief redelijkerwijs vervlogen lijkt te zijn.
De dood van pater Frans is een groot verlies. Maar daarmee eindigt het niet. Wat hij belichaamde overstijgt zijn persoon of particuliere belang. Het zijn mensen als Frans van der Lugt die ons keer op keer doen drinken uit de 'bron van levend water’. Die liefde en hoop belichamen zonder ze te bezitten.
Het verhaal van pater Frans doet me denken aan het levensverhaal van Henri Burin de Roziers uit het boek Ongewone wegen van Lucette Verboven. Een dominicaan die zich met gevaar voor eigen leven al tientallen jaren inzet voor de landloze boeren in Brazilië. Dergelijke personen laten zien waartoe mensen in staat zijn. Niet door voor zichzelf te leven, maar door het in overvloed aan anderen te geven.
Thijs Caspers, theoloog en lekendominicaan