p 11 maart hield Stefan Mangnus in het Plein van Siena in Amsterdam een inleiding over één jaar paus Franciscus. Onderstaande tekst is een fragment uit die inleiding.
Stefan Mangnus is theoloog en lekendominicaan
Op 13 maart was het een jaar geleden dat paus Franciscus tot paus gekozen werd. De nieuwe bisschop van Rome heeft in dat jaar velen verrast met zijn symbolische daden. Het Buona sera vanaf het balkon van de Sint-Pieter, de foto’s van een net gekozen paus die zelf zijn hotelrekening betaalt en de keuze om in het Domus Sanctae Marthae te blijven wonen, het leken eerste signalen van een paus die eenvoud hoog in het vaandel heeft staan.
Al even verrassend was het eerste staatsbezoek: paus Franciscus ging niet naar een staatshoofd, een groot katholiek land of een beroemd religieus leider, maar naar Lampedusa, het Italiaanse eiland voor de kust van Tunesië waar veel bootvluchtelingen uit Afrika proberen Europa binnen te komen.
De eerste reis van paus Franciscus ging naar Lampedusa.
Het was een eerste teken dat de vraagstukken van armoede en uitsluiting hoog op de agenda van deze paus staan. Er volgden er meer: er verscheen een indringende foto van paus Franciscus die bij een audiëntie op het Sint-Pietersplein een man met een ernstige huidaandoening omhelst, en op Witte Donderdag waste hij gevangen in Rome, onder wie een vrouw en een moslim, de voeten.
Intussen begint bij katholieken die uitzien naar structurele veranderingen in de kerk enig ongeduld hoorbaar te worden: &Al die symboliek is wel mooi, maar gaat de paus ook echt iets doen?’ Anderen in de kerk denken dat de aandacht voor de stijl van Franciscus overdreven is: &Het is mooi dat hij sober leeft en aandacht voor de armen heeft, maar gelukkig verandert hij niets aan de kerkelijke leer’.
Het is de vraag of het onderscheid tussen stijl en leer dat hiermee gemaakt wordt, zinvol is. Het beziet de kerkelijke leer immers als een reeks stellingen los van hun pastorale context. In een interview met een Italiaanse atheïstische journalist heeft de paus echter aangegeven niet op deze manier naar de leer van de kerk te kijken. Hij bekende dat hij niet graag spreekt over 'absolute waarheid’, niet omdat hij een relativist zou zijn, maar omdat voor christenen de waarheid voor alles een persoon is, Jezus Christus.
Deze opmerking van de paus gaat direct terug op Dei Verbum, de dogmatische constitutie over de openbaring van het tweede Vaticaans concilie. Daarin werd de omslag gemaakt van een verstaan van de openbaring als een reeks uitspraken, naar een verstaan van openbaring als de bekendmaking van een persoon, van Jezus Christus.
Kerkelijke leer is van belang omdat en voor zover als ze helpt om beter te begrijpen wie die persoon is en wat Hij betekent. Daarom kan paus Franciscus ook zeggen dat &niet alle dogmatische en morele leerstellingen van de kerk even belangrijk zijn’. Kerkelijke leer vraagt om vertaling naar een pastorale praktijk. Pastoraat staat daarbij niet tegenover leer, alsof je zou moeten kiezen tussen deze twee: de pastorale 'stijl’ geeft de dogmatische 'leer’ inhoud en betekenis.
Zal paus Franciscus omstreden kerkelijke leerstellingen veranderen? Ik denk het niet, omdat dat niet de manier is waarop de kerkelijke leer verandert. Die leer verandert wanneer nieuwe pastorale vragen opkomen, en het inzicht groeit dat specifieke formuleringen niet meer voldoen om het evangelie van Gods liefde te verkondigen. De leer verandert wanneer de kerk pastores heeft die doen waarop paus Franciscus in zijn eerste jaar gehamerd heeft: De veiligheid van je pastorieën en bisschoppelijke paleizen verlaten, en mensen, de armen voorop, opzoeken waar ze zich bevinden.
Als het Franciscus lukt om pastores te vormen die mee willen werken aan wat hij &een cultuur van ontmoeting’ heeft genoemd, dan zullen de noodzakelijke voorwaarden ontstaan voor gepaste veranderingen in de kerkelijke leer. Er is reden om daarop te hopen.
Stefan Mangnus