edereen die informatie heeft over seksueel misbruik in de katholieke kerk, moet dat nu melden. Dat geldt voor slachtoffers, maar ook voor priesters, religieuzen en andere medewerkers van kerkelijke instellingen die getuige of dader zijn. Die oproep doen kardinaal Eijk en broeder Van Dam.
Het interview met de voorzitters van de Bisschoppenconferentie en de KNR (Konferentie Nederlandse Religieuzen) verschijnt op maandag 16 december 2013 in De Telegraaf en een aantal regionale dagbladen. Op deze dag is het precies twee jaar geleden dat de Commissie Deetman het eerste onderzoeksrapport naar seksueel misbruik van minderjarigen in de Rooms-Katholieke Kerk in Nederland presenteerde.
Eijk en Van Dam spreken in het interview over de einddatum van 1 juli 2014, die is gesteld voor het indienen van klachten over zaken die verjaard zijn of zaken tegen aangeklaagden die overleden zijn. Het was het unieke van de aanpak van de kerk: strafrechtelijk verjaarde zaken of klachten tegen overleden personen konden gewoon worden behandeld bij de klachtencommissie. &Maar het aantal klachten wordt gestaag minder. Een keer moet de bel luiden voor de laatste ronde’, aldus het interview.
De einddatum is overeengekomen in het voorzittersoverleg van de voorzitters van de Bisschoppenconferentie, de KNR en voorzitter Guido Klabbers van slachtofferkoepel KLOKK. Op verzoek van deze organisatie doen de twee kerkleiders hun opmerkelijke oproep &aan allen om zo veel mogelijk steunbewijs te leveren. Zonder steunbewijs is het heel moeilijk om een klacht tot een goed einde te brengen’.
De twee katholieke leiders roepen ook op de 'zwijgcultuur’ te doorbreken, die op sommige plaatsen bestaat.’Vooral in kleine gemeenschappen wordt het slachtoffers soms kwalijk genomen als ze melding willen doen tegen een populaire pastoor. Leg hen niets in de weg, de slachtoffers hebben genoeg geleden.’
Voor zover nu bekend is het aantal meldingen van slachtoffers van seksueel misbruik door mensen uit dominicaanse kring beperkt gebleven tot vijf: vier in de jaren vijftig, en een in de jaren tachtig op de Antillen.
Bron: KNR