i>&Het Woord is vlees geworden.’ Wie wordt hier wakker van als hij dit hoort? Maar als ik nu eens zeg: God roept mij als een pasgeboren kind dat schreit…
Uit de preek van Jozef Essing o.p., Eerste Kerstdag 2013.
… als een reiziger die vermoeid bij een koele bron gaat zitten, als een vriend die schreit bij het graf van een dierbare, als een man die weet dat zijn doodvonnis is getekend?
Want wat wordt er anders bedoeld met &vlees’ dan een sterveling van vlees en bloed, en niet een heroïsche mens als een godheid?
En als we horen voorlezen over &het woord’, dan gaat het niet om gestolde woorden die gedrukt staan, maar om een levend spreken – iemand aanspreken, roepen.
Stel je voor: op een groot plein zie je plots een vriend, vriendin, die je in jaren niet hebt gezien. Je roept, je zwaait. Je bent niet uit op een goede formulering, op woorden die iets vastleggen.
Het is eerder een bewéging naar iemand toe, met inzet van alles: je wilt jezelf kenbaar maken en contact krijgen: &Hier ben ik! Herken je mij? Heb je even?’
Het is een totaalgebeuren – niet enkel woorden spelen een rol, maar minstens zo sterk gebaren en gezichtsuitdrukking -, met alles wat in je is breng je jezelf naar de ander over.
Of kijk naar ouders die hun nieuwe kindje toespreken: zij lachen het toe, spreken lieve woordjes, raken het behoedzaam aan.
Het is een intense overdracht van heel hun hart en ziel, veel meer dan in woorden is te vangen.
En zo bedoelt de evangelist Johannes het: heel het leven van Jezus is een expressie van God naar ons toe, in hart en ziel, in lijf en leden, in wat hij zegt en in wat hij doet.
In heel zijn mens-zijn spreekt God zich uit naar ons toe, en doet Hij een appèl op ons. Om ons te ontwapenen, te ontdooien. Niet met dwang of geweld wil Hij de harten winnen, maar door &ongewapend’ in ons midden te zijn en ons aan te spreken.
Kom in mij, win, ontwapen mij,
zie mij, doe mij aan. Weersta mij,
wacht mij, delf in mij,
ontdooi mijn naam,
ontraadsel mijn bestaan.
Nog steeds is het verbazingwekkend wat wij vandaag vieren: de Machtige als een pasgeboren kind in een kribbe.