ier gaat het om: twee simpele dingen.
Op sublieme wijze vatten de lezingen van de kerstnacht de kern van ons christelijk geloven samen. Hier gaat het om! Niet over allerlei beslissingen van bisschoppen, het voorgaan van vrouwen en pastoraal werkers, of over wat de juiste eucharistische tekst is.
Het gaat om twee simpele dingen: in alle duisternis en ellende dromen en verlangen mensen altijd van en naar redding, naar licht. Jesaja verwoordt dit oerverlangen: &Het juk, dat zwaar op het volk drukte, Gij hebt ze stuk gebroken….’
En Matteüs en Lucas vertellen: &Heden is u een redder geboren, Christus de Heer, in de stad van David’. Daarmee is het gehele kerstverhaal verteld, en tegelijk de vraag beantwoord, waar het in het christelijk geloven nu eigenlijk om gaat.
God redt via kwetsbare menselijkheid. En kan die goddelijke ontwapenende liefde op tegen alle menselijke machtsmisbruik en ellende? &Ja!’, zeiden de evangelisten. Durf ik dat ook te geloven?
Uit de kerstpreek van Leo de Jong o.p. in Rotterdam