et indrukwekkende van Evangelii Gaudium is dat de paus ons wil leren verlangen vuil te zijn. Kan dat?
Er is ons aangezegd dat de nacht ten einde loopt en de dag aanbreekt. We zouden ons weg moeten laten trekken uit de angst voor wat we te verliezen hebben en ons moeten laten openbreken tot plaatsen van hoop. Onze zielen moeten worden verbouwd tot ruimten waar de God die altijd nieuw is niet wordt waargenomen als inbreker, maar als langverwachte gast.
Maar laten we eerlijk zijn: dit is doodeng. Het is aanzienlijk makkelijker jezelf te beschouwen als iemand die bezit te beschermen heeft, dan als iemand tegen wie mensen zichzelf beschermen.
Hierin ligt het werkelijk indrukwekkende van het document dat paus Franciscus op het feest van Christus Koning publiceerde: de apostolische exhortatie Evangelii Gaudium. Hij schreef hierin klaar en duidelijk dat hij de voorkeur geeft aan een gewonde kerk, een kerk die pijn lijdt en die vuil is omdat zij zich buiten op straat begeeft, boven een kerk die ongezond is omdat ze zich opsluit en zich vastklampt aan haar eigen veiligheid.
Ik geloof dat de paus hier het evangelie helemaal aan zijn kant heeft. Maar jezelf beschouwen als gewond, als pijn lijdend en vooral ook als vuil, dat is niet bepaald gemakkelijk of geruststellend.
Kunnen we leren ernaar te verlangen om vuil te zijn? Als we het kunnen, komen wij op een nieuwe manier in contact met het fundament van onze hoop: een God die zichzelf met het vuil identificeerde om zo alles rein te maken. Maar kunnen we het?
Bidden wij aan het begin van de advent: dat God met ons zijn weg mag gaan, waarheen deze ook leidt en ons opnieuw leert uitzien naar zijn aanwezigheid, waar deze ook te vinden is.
Slot van de preek van Erik Borgman op 1 december 2013. Klik hier voor de volledige tekst.