13 November 2013

Met de liefde als midden

Ga naar overzicht

Deel op:

ijfmaal per jaar komt de Dominicaanse Lekengemeenschap Nederland (DLN) bij elkaar voor een vormingsbijeenkomst. Thema is dit jaar &Geroepen tot gemeenschap’. Afgelopen zaterdag belichtte gastspreker Chris Fictoor de relatie tussen vieren en gemeenschapsvorming.

Chris Fictoor

Chris Fictoor (1948) is componist, dirigent, muziekpedagoog en geassocieerd lid van de karmelorde. In zijn inleiding liet hij aan de hand van de klassieke opbouw van vieringen zien hoe het samen vieren voeding is voor gemeenschapsopbouw.

In de grote vorm waaruit vieringen (eucharistie of gebedsdienst) zijn opgebouwd, is een beweging te herkennen van God naderen, smeken, verkondigen en verinnerlijken ('communie’). Op eenzelfde wijze kan ook de weg naar de gemeenschap worden beschouwd: elkaar naderen, elkaar bevragen, elkaar bevestigen en de weg naar elkaar verinnerlijken en bestendigen.

Bij het naderen gaat er erom steeds weer opnieuw jezelf en de gemeenschap te openen voor God, voor de Schrift en voor de wereld waarin je leeft. &Kom maar eerst gewoon bij elkaar, ontmoet elkaar en ont-moet’, zo betoogt Fictoor. &Dan zul je merken dat jij en de gemeenschap nieuwe wegen durven gaan.’

Dat deze ontmoeting niet altijd makkelijk is, maar ook niet onmogelijk, laat Fictoor zien aan de hand van een tekst van de Indiase dichter Rabindranath Tagore (1861-1941), die hij op muziek zette:

Steeds weer opende ik mijn deur
keek uit over de duisternis.

Door welke verbijsterende diepe van het duister
ontvouwt zich Uw weg om mij te zien?

Hoe vaak roepen we niet: &God o God’, als we het niet meer weten. Veel mensen roepen bewust of onbewust God aan bij vertwijfeling, onzekerheid, boosheid of machteloosheid. &Waar bent U, God? Hoe is Uw naam, waar zijt Gij te vinden?’, zo dichtte Huub Oosterhuis, die op dezelfde dag zijn tachtigste verjaardag vierde.

Fictoor vraagt zich af of we wel altijd goed luisteren naar de vraag achter de vraag. &Misschien zit het antwoord er al in.’ De vraag die iemand stelt of die een gemeenschap stelt, drukt volgens hem het verlangen uit naar de Geest, als bron van spiritualiteit en inspiratie.

&Bevestigen is elkaar en God erkennen en het geeft stevigheid. Gemeenschap vormen is een teken van trouw.’ Vanuit deze gedachte schreef Fictoor een canon bij Psalm 42-43, in de vertaling van Ad. Bronkhorst o.p.:

Zend ons uw licht,
uw steun om ons te leiden,

wij trekken op naar uw berg, uw tent,
loven U, Eeuwige, met muziek!

het middenFictoor roept op om niet alleen trouw te zijn aan je eigen weg, maar ook trouw aan de weg van de ander. &Ruimte scheppen – niet om deze ruimte met van alles te vullen, maar een lege ruimte waar we kunnen genieten. Waar we het touwtje kunnen laten vieren, waar we durven loslaten.’

Zo komt hij bij de verinnerlijking. De weg naar binnen leidt tot de bestendiging van de gemeenschap. Oude rituelen, die weliswaar vernieuwd worden, maar altijd herkenbaar blijven, dragen bij tot de verinnerlijking. Ook in de stilte wordt een gemeenschap gaande gehouden. Verinnerlijking is zoeken naar die lege ruimte &met de liefde als midden’, zoals de Regel van de Karmel zegt.

De vormingsbijeenkomst werd afgesloten met een vesperviering, met liederen en teksten van Fictoor en anderen. Biddend wordt de beweging voelbaar: naderen, bevragen, bevestigen, verinnerlijken. Een van de aspiranten, die voor het eerst een vormingsbijeenkomst van de DLN bijwoonde, verzuchtte aan het eind met een glimlach: &Wat heerlijk zo, dat zingen en de achtergronden die je allemaal meekrijgt!’

Karin Bornhijm