p vrijdag 11 oktober 2013 overleed in het Berchmanianum in Nijmegen dominicaan Ben Mulder, op 87-jarige leeftijd. Bij zijn uitvaart op 18 oktober sprak provinciaal overste René Dinklo het in memoriam uit.
Bernardus Martinus Mulder werd geboren op 20 juli 1926 te Leeuwarden. Zijn ouders waren Jacobus Mulder en Thecla Copini. Ben was het één na jongste kind uit een gezin van acht kinderen. Zijn vader stierf toen Ben 1 jaar oud was en zijn jongste zusje moest nog geboren worden. Zijn moeder was van Italiaanse afkomst.
Ben studeerde aan het St. Dominicuscollege te Neerbosch van 1938 tot 1944. Met een jaar vertraging vanwege het bombardement op Huissen, begon hij op 17 september 1945 aan het noviciaat in Huissen. Hij studeerde filosofie in Zwolle en theologie op het Albertinum in Nijmegen. Hij liet zich typeren als nieuwsgierig en belangstellend.
Op 20 juli 1952 werd hij priester gewijd door bisschop Gerard van Velzen o.p. te Nijmegen. Hij legde op 18 juni 1953 zijn lectoraatsexamen af met als titel ‘Het jus als objectief Recht volgens St. Thomas van Aquino, een rechtsfilosofische beschouwing over het object van de justitia’.
Op 22 september 1953 werd hij kapelaan in de Rozenkranskerk in Schiedam en in 1957 volgde hij een opleiding tot reserve-aalmoezenier. Van 1959 tot 1961 werkte hij in de parochie aan de Nassaulaan in Alkmaar. Van 1961 – 1965 is hij supprior op het Albertinum en tevens magister van de broeders en de rechterhand van de magister van de fraters studenten. Na sluiting van de eigen opleiding van de dominicanen werd hij eind 1965 pastoor en overste in de Antonius-parochie van Utrecht. In 1978 werd hij benoemd tot pastor-teamleider in de H.Hartparochie van Nijmegen.
Voor zijn familieleden was Ben een steun, met name voor zijn zus Greta, die vroeg weduwe werd, en zus Thea, die alleen door het leven ging. In vakantietijd trok hij vaak met zijn familie op. Ben had een rijke fantasie, hield van spelletjes en wist jonge familieleden te amuseren met goochelen.
Op het provinciaal kapittel van 1985 werd hij gekozen tot diffinitor en kwam daarmee in het hoofdbestuur van de Nederlandse provincie van de dominicanen.
In juli 1985 werd hij gekozen tot prior in Venlo. Hij bleef dat twee termijnen, tot 1991. In het Limburgse kon hij niet goed wennen. Hij zei: ‘Ik voel me eerder Fries-Italiaans dan Limburgs’.
Toen hij in 1986 zijn 40-jarig professiefeest vierde, formuleerde hij in zijn preek dat een kloosterling met behulp van de drie geloften ruim baan probeert te scheppen voor de liefde, want daar gaat het in het hele evangelie om.
Vanaf 1953 – na de opleiding – hield zijn klas gedurende vijftig jaar jaarlijks een reünie. Ben was bij die ontmoetingen gids en geheugen van gebeurtenissen uit de opleidingstijd. Zijn aanvankelijke idee om na zijn verblijf in Venlo geregeld naar Rome te gaan als biechtvader in de Santa Maria Maggiore zette hij niet echt door.
Na nog een paar jaar, tot de sluiting in 1995, op het Albertinum verbleven te hebben, ging hij samen met een viertal medebroeders wonen op de Kronenburgersingel in Nijmegen. Hij werkte drie jaar lang als vrijwilliger in ‘Het Kasteel’, een ontmoetingscentrum van dak- en thuislozen. Hij heeft van dit werk geen spijt gehad, maar leuk vond hij het niet. Later sloot hij zich aan bij ‘Het Kruispunt’ dat vorm geeft aan straatpastoraat en vieringen organiseerde. Zijn luisterende houding kwam in dit werk goed van pas.
In die jaren werd hij meer geconfronteerd met lichamelijke beperkingen. Hij werd hardhorend, snel vermoeid en onzeker bij het lopen.
Over zijn tijd in de Kronenburgersingel schreef hij ‘ik erken dat ik nog nooit in mijn leven zo goed gehad heb als hier, in deze samenstelling van de groep en in deze manier van wonen en samenleven midden in de stad, met alle vrijheid van handelen betreffende de werkzaamheden en zonder teveel verplichtingen.’
Eind 2006 verhuisde hij naar het Berchmanianum. In de loop der jaren ging zijn dementie meer parten spelen en begin dit jaar verhuisde hij intern naar ‘De Hof’, een gesloten afdeling. Ondanks alles bleef Ben goedlachs en optimistisch. Een bezoek aan hem was en bleef altijd plezierig.
Een paar weken geleden bracht hij onder woorden dat zijn leven eigenlijk ten einde was, maar dat hij het in het Berchmanianum goed had.
Vorige week woensdag ontving hij het sacrament van de ziekenzalving waarbij hij actief meevierde en vrijdagochtend gaf hij zijn levensadem terug aan zijn en onze Schepper.
Moge hij nu thuis zijn bij God!