od verbindt zich met ons en ons geklungel.
Wij denken eerder vanuit macht dan vanuit liefde. &God’ is iemand die laat zien dat Hij de baas is, in plaats van iemand die zich verplaatst in de ander, die hem of haar promoot.
Van een verbinding in liefde wordt je niet minder, jezelf niet en de ander niet. Een stel uit mijn vriendenkring kampt met een uitbraak van kanker bij een van hen – met alles wat dit teweeg brengt aan zorg, vermoeidheid en pijn.
En toch hoorde ik van lachen en blijheid door tranen heen, van dankbaarheid om het geschenk van de vriendschap, om een liefde die draagt. Geen van de twee zal zich minder voelen door de steunende nabijheid van de ander. Integendeel: in de liefdevolle tegenwoordigheid is de ander juist meer zichzelf.
Wat kun je doen als iemand je dierbaar is en in nood, en jij je machteloos voelt? Een lichtje aansteken en dat neerzetten bij een beeltenis in een stiltekapel. Ik breng de ander, diens nood, en mijzelf, mijn onmacht, voor God. We komen allebei dan in het licht te staan van zijn liefde, zijn presentie.
Als wij samenkomen om te vieren, geeft Erik Borgman aan, vieren wij dat God zich in Jezus verbindt met het geklungel van ons en de kerk, en door ons menselijk tekort heen uitricht wat onmogelijk schijnt. De tegenwoordigheid van Hem die zichzelf geeft, geeft ons de kracht om ons te geven aan elkaar en aan het welzijn van de wereld.
Woorden uit de preek van Jozef Essing o.p. in Zwolle op Sacramentsdag.