e dominicanenkloosters in Huissen, Zwolle en Rotterdam blijven zo lang mogelijk in stand. Ook wordt er samenwerking gezocht met de Engelse provincie van de dominicanen. Dat zijn enkele uitkomsten van het kapittel van de dominicanen in Huissen, dat zaterdag feestelijk besloten werd. &Er zijn hoopvolle tekenen.’
Voor de afsluiting van het kapittel, de vierjaarlijkse richtinggevende vergadering van de Nederlandse provincie van de dominicanen, waren zaterdag 15 maart velen naar Huissen getrokken: medebroeders, zusters van de verschillende congregaties, lekendominicanen, betrokkenen bij de projecten en anderen. Het gaf vorm aan de stelling dat een kapittel niet gehouden, maar gevierd wordt.
Opluchting
De feestelijkheid kwam behalve door de vele blijde contacten ook door een voelbare opluchting. De kapittelweek was begonnen met pittige en soms emotionele discussies over wat de dominicanen (nog) te doen hebben. Gaandeweg echter groeide de eensgezindheid onder de leden van het kapittel – of dan tenminste de vertrouwdheid.
Daarnaast kon de keuze voor de jongste broeder als provinciaal overste op brede steun en enthousiasme rekenen. &Het is ook een moedig teken dat de dominicanen niet opgeven’, vond kerkhistoricus Peter Nissen, die het slot mee vierde als voorzitter van het dominicaans studiecentrum DSTS.
Hoopvolle tekenen
René Dinklo zei in zijn overweging dat er hoopvolle tekenen zijn, zoals de creativiteit van de broeders zelf, de groei van de lekendominicanen, de mogelijke samenwerking met Engelse broeders en de gesprekken die met enkele jonge kandidaten voor de orde gaande zijn.
Fundamenteler gezien kennen we de toekomst niet en wordt ons verteld dat we &de toekomst met open handen tegemoet mogen treden, vertrouwend op Gods genade’, aldus de nieuwe provinciaal. &Waar het om gaat is dat wij uitgenodigd worden om te doen wat bij onze spiritualiteit hoort: zo onbevangen mogelijk aanschouwen en ervaren wat er gebeurt met mensen in deze wereld, nu. Dat mogen wij overwegen en in gesprek brengen. En het kan niet anders dat wij zo sporen van God tegenkomen.’
Besluiten
De afsluiting van het kapittel was ook het moment om mensen uit te zwaaien en/of te bedanken voor hun werk. Scheidend provinciaal Ben Vocking en scheidend co-provinciaal Piet Magnin bijvoorbeeld, en syndicus (econoom) Antoon Boks. Deze laatste broeder is herkozen in het consilie.
Piet Magnin (links) wordt geprezen door René Dinklo en wordt daar wat verlegen van. Ben Vocking (rechts) kijkt instemmend toe.
Behalve brede gedachtenwisselingen die voor de komende jaren van belang zijn, leverde het kapittel ook concretere besluiten op. Zo zal het huis aan de Kronenburgersingel in Nijmegen worden opgeheven, in goed overleg met de bewoners. De communiteit is er te oud en te klein geworden. Het provincialaat blijft in Berg en Dal, in ieder geval zo lang de communiteit daar bestaat.
De huizen en centra in Rotterdam, Zwolle en Huissen worden algemeen beschouwd als de kostbaarste plaatsen van dominicaanse aanwezigheid. De broeders willen deze plaatsen zo lang mogelijk in stand houden, met een communiteit erbij. De verwachting is dat er over vier jaar nog 45 broeders zijn, nu zijn er nog 65.
De provincie gaat in op het idee om de Engelse provincie te vragen een huis te stichten in Nederland, met twee Engelse jongere broeders en twee jongere dominicanen van elders, die door het generaal bestuur worden aangezocht. Het Engelse kapittel zal daar volgend jaar over besluiten.