n het christendom heeft men van de liefde te veel en te lang een wat opgefokte en romantische deugd gemaakt. Het ging teveel over zelfvergetelheid ten koste van een gezonde eigenliefde. Het ging steeds over de ander en te weinig over liefde voor je lichaam, voor de plek waar je woont, zorgzame aandacht voor het materiële. Teveel werd liefde voor het aardse gezien als springplank naar het goddelijke.
En wat te denken over diegenen die alles hebben verdragen, jaren lang geloofd dat het goed zou komen. Partners die uiteindelijk het moesten opgeven, ouders die de druk van hun kind niet aankonden, of omgekeerd. We hebben in ons christendom te weinig nagedacht over de grenzen, die aan liefde wordt gesteld.
Fragment uit de overweging van Marcel Braekers o.p. op 3 februari in Filosofenfontein in Leuven (B).