andaag is de feestdag van de &proto-martyr’ (eerste martelaar) van China. Hij werd in 1909 door paus Pius IX zalig verklaard en in 2000 door paus Johannes Paulus II gecanoniseerd als een van de 120 martelaren van China.
Franciscus de Capillas was een Spaanse dominicaan die eerst tien jaar in de Filipijnen werkte. Hij was een gedreven man die velen bekeerde, en tegelijk een asceet die, naar verluid, sliep op een houten kruis en zich bij wijze van boetedoening weigerde te beschermen tegen insectenbeten.
In 1641 kreeg hij toestemming om naar China te gaan, samen met zijn vriend en medebroeder Francisco Díez. Ze kwamen in mei 1642 aan in de provincie Fujian, aan de oostkust van China. Hun evangelisering was succesvol en leidde tot een gemeenschap van lekendominicanen. Maar op 4 november 1644 veranderde dat. Díez stierf die dag een natuurlijke dood en soldaten uit Mantsjoerije vielen de provincie in. Zij begonnen meteen de christenen te vervolgen.
Drie jaar later werd De Capillas gevangengenomen. Hij doorstond gruwelijke martelingen en werd verplaatst naar een gevangenis voor terdoodveroordeelden. Zijn geest bleef ook daar krachtig en hij werd bewonderd door zowel medegevangenen als bewaarders. Hij schreef: &Er is verbondenheid gegroeid met andere gevangenen, ze vragen me over het Evangelie te vertellen. Ik ben niet bezorgd over mijn lot want ik weet dat ik hier Gods wil doe. Ik voel me blij en zonder zorgen, want ik ben hier vanwege Christus. De parels die ik hier heb gevonden zijn niet gemakkelijk te vinden.’
Francis Ferdinand de Capillas als eerste der martelaren van China.
Op 15 januari werd De Capillas onthoofd op beschuldiging van het verspreiden van een valse leer en het opzetten van de mensen tegen de nieuwe keizer. Hij wordt ook herdacht op 5 november, als een van de martelaren uit het Verre Oosten.
Lezingen: Wijsheid 3,1-0; Psalm 113,5-11; Mattheüs 16,24-27.